Arrest nr. 17316 van 11 april 2024 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke stap in de Italiaanse jurisprudentie inzake uitlevering. Het richt zich op een geval van een verzoek tot gerechtelijke uitlevering door de Islamitische Republiek Pakistan, met betrekking tot een misdrijf van moord. De beslissing belicht de interactie tussen de Italiaanse wetgeving en mensenrechten, in het bijzonder het verbod op uitlevering bij afwezigheid van een internationale overeenkomst wanneer het misdrijf wordt bestraft met de doodstraf.
Het Hof heeft, bij het afwijzen van het uitleveringsverzoek, verwezen naar artikel 698, lid 2, van het Italiaanse Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat uitlevering niet kan worden verleend indien het misdrijf waarvoor deze wordt gevraagd, wordt bestraft met de doodstraf. Dit beginsel strookt met artikel 27, vierde lid, van de Grondwet, dat het recht op leven en het verbod op de doodstraf bevestigt, en versterkt de positie van Italië als een natie die mensenrechten beschermt.
Gerechtelijke uitlevering - Misdrijf dat abstract met de doodstraf wordt bestraft - Uitsluiting - Voorwaarden - Feiten. Wat betreft uitlevering, bij afwezigheid van een verdrag met de vragende staat, staat de regel van artikel 698, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering niet toe dat gerechtelijke uitlevering wordt verleend ten gunste van de buitenlandse staat indien de feiten waarvoor deze wordt gevraagd, met de doodstraf worden bestraft. (Feiten met betrekking tot gerechtelijke uitlevering gevraagd door de Islamitische Republiek Pakistan in verband met het misdrijf van moord).
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor internationale rechterlijke samenwerking en de eerbiediging van mensenrechten. De afwezigheid van een uitleveringsverdrag tussen Italië en Pakistan heeft immers geleid tot een strikte toepassing van de Italiaanse regels, wat aantoont hoe de bescherming van fundamentele rechten voorrang heeft op overwegingen van internationale samenwerking. In deze context is het belangrijk te benadrukken:
Arrest nr. 17316 van 2024 van het Hof van Cassatie onderstreept het belang van de bescherming van mensenrechten in het kader van uitleveringsverzoeken. Het dient als waarschuwing voor de Italiaanse rechterlijke autoriteiten en voor buitenlandse staten, en benadrukt hoe de Italiaanse wetgeving fundamentele rechten niet mag aantasten, met name wanneer het gaat om misdrijven die met de doodstraf worden bestraft. De jurisprudentie blijft evolueren, en deze beslissing vertegenwoordigt een belangrijke stap in de richting van een rechtvaardiger en meer mensenrechtenrespecterende rechtspraak.