Het recente arrest nr. 9664 van 10 april 2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke inzichten in de aftrekbaarheid van kosten op fiscaal gebied. In het bijzonder verduidelijkt het de bevoegdheden van de Belastingdienst bij de beoordeling van de redelijkheid van de door belastingplichtigen aangegeven kosten en inkomsten. Dit artikel beoogt de belangrijkste punten van de uitspraak te analyseren en de praktische implicaties voor bedrijven en professionals te belichten.
Het Hof heeft bepaald dat de Belastingdienst niet gebonden is aan de door de belastingplichtige in de jaarrekening en belastingaangiften aangegeven waarden. Dit betekent dat de Belastingdienst, zelfs bij afwezigheid van boekhoudkundige onregelmatigheden, de bevoegdheid heeft om de aftrekbaarheid van kosten te betwisten die als niet redelijk of onevenredig ten opzichte van de verrichte activiteit worden beschouwd. Dit beginsel valt binnen een wettelijke context die is vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 29-09-1973 nr. 600, met name in de artikelen 38 en 39, die de fiscale controles regelen.
Aftrekbaarheid van kosten - Bevoegdheden van de Belastingdienst - Beoordeling van redelijkheid - Toelaatbaarheid - Reglementaire aard van de boekhouding - Irrelevantie. Wat betreft de aftrekbaarheid van kosten bij een controle, is de Belastingdienst, die niet gebonden is aan de door de belastingplichtige in de jaarrekening en aangiften aangegeven waarden of tegenprestaties, bevoegd om de redelijkheid van de vastgestelde kosten en inkomsten te beoordelen en bijgevolg, zelfs indien er geen onregelmatigheden zijn in de boekhouding of gebreken in de juridische bedrijfsdocumenten, de bevoegdheid heeft om de aftrekbaarheid van een kostenpost die als niet-bestaand of onevenredig ten opzichte van de verrichte of geboekte activiteit wordt beschouwd, niet te erkennen.
Deze uitspraak heeft aanzienlijke gevolgen voor bedrijven, aangezien het het belang van redelijkheid bij de documentatie van kosten benadrukt. Het is essentieel dat belastingplichtigen niet alleen de reglementaire aard van de boekhouding kunnen aantonen, maar ook de redelijkheid van de gemaakte kosten. In deze context zouden bedrijven bijzondere aandacht moeten besteden aan:
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 9664 van 2024 een duidelijke oproep tot een zorgvuldig beheer van de boekhouding en fiscale documentatie. De Belastingdienst heeft de bevoegdheid om de redelijkheid van de kosten te beoordelen, wat impliceert dat bedrijven bereid moeten zijn de aftrekbaarheid van hun uitgaven met adequate bewijzen te verdedigen. Het is daarom raadzaam om strikte boekhoudkundige praktijken toe te passen en experts op fiscaal gebied te raadplegen om betwistingen en toekomstige problemen te voorkomen.