De recente uitspraak van het Hof van Cassatie, Strafrechtelijke Afdeling V, nr. 509 van 10 januari 2023, biedt belangrijke inzichten in de strafrechtelijke aansprakelijkheid van bestuurders in geval van frauduleus faillissement. In het specifieke geval werd A.A. veroordeeld voor de kosteloze overdracht van een bedrijfsonderdeel tijdens het faillissement van zijn vennootschap, wat het onderscheid tussen legitiem en illegaal bedrijfsbeheer benadrukt.
Het Hof van Beroep van Bologna had aanvankelijk de straf die aan A.A. werd opgelegd wegens frauduleus faillissement verminderd, maar kon niet nalaten de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de beklaagde te bevestigen. De aanklacht was gebaseerd op concreet bewijs dat de overdracht van cruciale bedrijfsmiddelen aan (Omissis) Srl, een vennootschap die aan hem toebehoorde, zonder enige tegenprestatie aantoonde.
De overdracht van een bedrijfsonderdeel die het nuttig nastreven van het maatschappelijk doel niet langer mogelijk maakt, vormt het misdrijf van frauduleus faillissement.
Het Hof herhaalde dat frauduleus faillissement ook wordt vastgesteld bij afwezigheid van een adequate tegenprestatie voor de overdracht van goederen. Dit aspect is cruciaal om de verantwoordelijkheden van bestuurders te begrijpen en de noodzaak van transparant en wettelijk conform bedrijfsbeheer te benadrukken. De beslissing sluit aan bij de gevestigde jurisprudentie ter zake, die stelt dat elke handeling die schuldeisers schaadt, strafrechtelijk vervolgbaar is.
Bovendien verduidelijkte de uitspraak dat de loutere functie van bestuurder geen vrijstelling van aansprakelijkheid verleent in geval van illegaal beheer. A.A. had een actieve rol gespeeld in het beheer van de vennootschap, wat zijn verantwoordelijkheid voor de verduistering van goederen duidelijk maakte.
De uitspraak van het Hof van Cassatie nr. 509 van 2023 benadrukt het belang voor bestuurders om altijd te handelen met inachtneming van de wet en de belangen van de schuldeisers. De implicaties van deze beslissing zijn significant, niet alleen voor A.A., maar voor alle economische actoren, die zich bewust moeten zijn van de strafrechtelijke gevolgen van een incorrect beheer van hun ondernemingen. Transparantie en correctheid moeten centraal staan in het bedrijfsbeheer om strafrechtelijke sancties en reputatieschade te vermijden.