Uitspraak nr. 27654 van 9 juli 2024, uitgesproken door het Hof van Beroep van Reggio Calabria, vertegenwoordigt een belangrijke stap in de Italiaanse jurisprudentie met betrekking tot het Europees Aanhoudingsbevel (EAB). In het bijzonder verduidelijkt de beslissing de wijze van behandeling van uitleveringsverzoeken en de redenen voor weigering, waarbij de nadruk wordt gelegd op de beperkingen van de bevoegdheden van de betrokken rechterlijke instanties.
Het Europees Aanhoudingsbevel is een instrument dat is voorzien in het recht van de Europese Unie en dat de aanhouding en uitlevering van een persoon tussen lidstaten voor de vervolging van strafbare feiten mogelijk maakt. Artikel 18-bis van Wet nr. 69 van 2005 stelt de redenen voor weigering van uitlevering vast, terwijl het wetsdecreet nr. 29 van 2016 de concentratie van parallelle procedures regelt. De betreffende uitspraak benadrukt dat deze kwesties niet gelijktijdig in dezelfde procedurefase kunnen worden aangevoerd.
Het Hof van Beroep, bij de beoordeling van de zaak van D. O., verklaarde het verzoek om gelijktijdig de redenen voor weigering en de aanhangigheid van parallelle procedures in overweging te nemen, ontoelaatbaar. Deze aanpak benadrukt de noodzaak om een duidelijk onderscheid te handhaven tussen de verschillende juridische kwesties, om verwarring en overlappingen in de beoordeling te voorkomen.
Europees Aanhoudingsbevel - Facultatieve reden voor weigering van uitlevering als bedoeld in art. 18-bis, Wet nr. 69 van 2005 - Procedure voor de concentratie van parallelle procedures als bedoeld in wetsdecreet nr. 29 van 2016 - Mogelijkheid om de kwestie van de aanhangigheid van een "parallelle" procedure aan te voeren in de uitleveringsprocedure - Uitsluiting - Bevoegde instantie voor de behandeling van deze kwestie - Identificatie.
In wezen heeft het Hof bepaald dat de beoordeling van de aanwezigheid van de reden voor weigering uitsluitend de bevoegdheid van de "vervolgende rechterlijke instantie" blijft. Dit betekent dat kwesties met betrekking tot parallelle procedures afzonderlijk moeten worden behandeld, binnen de relevante interne procedure.
Uitspraak nr. 27654 van 2024 biedt belangrijke aanwijzingen voor de behandeling van Europese Aanhoudingsbevelen in Italië. De duidelijkheid van de bevoegdheden van de betrokken instanties verbetert niet alleen de efficiëntie van de procedures, maar beschermt ook de rechten van de betrokkenen, door overlappingen en jurisdictieconflicten te voorkomen. Het is essentieel dat juridische professionals en burgers deze dynamiek begrijpen om zich optimaal te kunnen oriënteren in het complexe Europese juridische landschap.