De uitspraak nr. 23409 van 30 augustus 2024 van het Hof van Cassatie, voorgezeten door L. Luciotti, biedt een belangrijke reflectie op de geldigheid van laat ingediende belastingaangiften en de gevolgen daarvan voor de fiscale controle. De beslissing is met name relevant voor belastingplichtigen, aangezien deze bepaalde aspecten van de geldende wetgeving en de sancties bij late indiening verduidelijkt.
Administratieve fiscale controleactiviteiten - Late indiening van de belastingaangifte binnen de termijn van artikel 2, lid 7, van het Koninklijk Besluit nr. 322 van 1998 - Geldigheid - Toepasselijkheid van sancties - Bestaan - Gevolgen. De aanvang van onderzoeken, bezoeken, inspecties of andere administratieve controleactiviteiten verhindert de belastingplichtige niet om, binnen de termijn van artikel 2, lid 7, van het Koninklijk Besluit nr. 322 van 1998, een geldige late aangifte in te dienen, zonder dat dit uitstel, behoudens de toepassing van de desbetreffende sancties, de fiscus toestaat om over te gaan tot de forfaitaire controle, voorzien in artikel 41 van het Koninklijk Besluit nr. 600 van 1973 voor de verschillende gevallen van het niet indienen van een aangifte of van nietige aangiften, overeenkomstig de bepalingen van titel I van hetzelfde Koninklijk Besluit nr. 600 van 1973.
Het Hof benadrukt dat, ondanks de aanvang van fiscale controleactiviteiten, de belastingplichtige de mogelijkheid heeft om een late aangifte in te dienen, die als geldig zal worden beschouwd. Het is echter essentieel op te merken dat een dergelijke late indiening nog steeds de toepassing van sancties met zich meebrengt, zoals voorzien in de wetgeving.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor belastingplichtigen, met name:
In wezen herhaalt het Hof van Cassatie dat de tijdige indiening van de aangifte, zelfs indien laat, een forfaitaire controle kan voorkomen, maar dat de sancties een realiteit blijven waarmee rekening moet worden gehouden.
Concluderend vertegenwoordigt de uitspraak nr. 23409 van 2024 een belangrijke stap in het verduidelijken van de regels met betrekking tot de late indiening van belastingaangiften. Het biedt belastingplichtigen meer zekerheid in hun omgang met de fiscus, door te benadrukken dat het altijd mogelijk is om fouten of vertragingen te corrigeren, zij het met bewustzijn van mogelijke sancties. Het is daarom essentieel om een goede communicatie met uw belastingadviseur te onderhouden om toekomstige problemen te voorkomen.