De recente Verordening nr. 17551 van 26 juni 2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de interpretatie van artikel 19, lid 2, sub c) van wetsbesluit nr. 286 van 1998, bekend als de Wet op de Immigratie. Dit arrest richt zich op de bescherming van de vreemde staatsburger die samenleeft met een familielid van Italiaanse nationaliteit, en benadrukt de vereisten waaraan moet worden voldaan om deze bescherming toe te passen.
Volgens de geldende wetgeving is de uitzetting van een vreemde staatsburger die samenleeft met een familielid van Italiaanse nationaliteit niet toegestaan. Het arrest verduidelijkt echter dat samenleven niet generiek mag worden opgevat. De feitelijke en gebruikelijke gedeelde dagelijkse leven in dezelfde woning is immers essentieel om van deze bescherming te kunnen profiteren. Dit aspect is cruciaal, aangezien het niet volstaat dat het minderjarige kind aan beide ouders is toevertrouwd, maar een werkelijke en voortdurende samenwoning noodzakelijk is.
Samenleven - Noodzaak. De bepaling van art. 19, lid 2, sub c) van wetsbesluit nr. 286 van 1998, volgens welke de uitzetting van de vreemde staatsburger die samenleeft met een familielid van Italiaanse nationaliteit niet is toegestaan, moet worden geïnterpreteerd in de zin dat het samenleven moet bestaan uit de feitelijke en gebruikelijke gedeelde dagelijkse leven in dezelfde woning, waarbij het niet volstaat, in geval van een minderjarige, dat deze, in het kader van de persoonlijke scheiding van de echtgenoten, gezamenlijk aan beide ouders is toevertrouwd en niet bij de vreemde ouder is geplaatst.
De beslissing van het Hof van Cassatie heeft diverse praktische implicaties:
Uiteindelijk vertegenwoordigt Verordening nr. 17551 van 2024 een belangrijke stap in de Italiaanse jurisprudentie inzake immigratie en familierecht. Het stelt duidelijk dat louter de band van verwantschap of gedeeld ouderschap niet volstaat om bescherming tegen het risico van uitzetting te garanderen. Het is daarom essentieel dat vreemde staatsburgers die met vergelijkbare situaties te maken hebben, het belang begrijpen van het documenteren en aantonen van hun feitelijke samenleven met familieleden van Italiaanse nationaliteit.