De recente beschikking nr. 16116 van 10 juni 2024 van het Hof van Cassatie is cruciaal gebleken voor het verduidelijken van de modaliteiten van hoofdelijke veroordeling van proceskosten. Dit arrest, uitgevaardigd door president Cristiano Magda en rapporteur Roberto Amatore, behandelt een onderwerp van cruciaal belang in het burgerlijk procesrecht: de veroordeling tot kosten voor een veelheid aan verliezende partijen, met bijzondere aandacht voor de gemeenschappelijkheid van belangen tussen de betrokken partijen.
Volgens het Hof kan de hoofdelijke veroordeling van de verliezende partijen ook gerechtvaardigd zijn bij een loutere gemeenschappelijkheid van belangen. Dit betekent dat wanneer de partijen een wezenlijke identiteit vertonen in de betwiste kwesties, een hoofdelijke veroordeling mogelijk is. Het Hof heeft echter verduidelijkt dat een dergelijke veroordeling niet kan worden toegepast als de door de verschillende verliezende partijen ingediende vorderingen aanzienlijk verschillende waarden hebben.
HOOFDELIJKHEID Gemeenschappelijkheid van belangen - Hoofdelijke veroordeling - Vorderingen van aanzienlijk verschillende waarde - Ontbreken van hoofdelijkheid - Redenen - Feiten. Wat betreft de regeling van de proceskosten, kan de hoofdelijke veroordeling van de verliezende partijen ook gerechtvaardigd zijn op basis van een loutere gemeenschappelijkheid van belangen, die aanwezig is zelfs bij een convergentie van verdedigingshoudingen, wanneer er een wezenlijke identiteit is van de tussen de partijen in het proces betwiste kwesties; de hoofdelijke veroordeling is echter niet toegestaan wanneer de verschillende verliezende partijen vorderingen hebben ingediend met een aanzienlijk verschillende waarde, aangezien de hoofdelijkheid ophoudt wanneer het gemeenschappelijk belang bestaat voor een deel van de vordering en niet voor de rest. (Ter toepassing van het beginsel heeft het Hof de beslissing van de feitenrechter vernietigd die de twee verliezende partijen hoofdelijk had veroordeeld tot betaling van de proceskosten, waarvan de ene een vordering tot teruggave van 900.000 euro had ingesteld, terwijl de andere slechts een vordering van 10.000 euro had ingesteld).
Dit arrest heeft belangrijke praktische gevolgen voor advocaten en hun cliënten, aangezien het duidelijke criteria vaststelt voor de veroordeling tot proceskosten. Verschillende situaties waarin deze beginselen kunnen worden toegepast:
Concluderend vertegenwoordigt de beschikking nr. 16116 van 2024 een belangrijke stap voorwaarts in het verduidelijken van de regels betreffende de veroordeling tot proceskosten in de context van een veelheid aan verliezende partijen. Het benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de ingediende vorderingen en de betrokken belangen, om een eerlijke en billijke verdeling van de juridische kosten tussen de betrokken partijen te garanderen. Deze duidelijkheid zal nuttig zijn voor advocaten bij het adviseren van hun cliënten en bij het plannen van verdedigingsstrategieën.