De recente beschikking nr. 9904 van 11 april 2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke verduidelijkingen op het gebied van testamentaire successies en testeerbekwaamheid. De zaak betreft M. C., die de geldigheid van een testament betwistte, wat kwesties aan het licht bracht met betrekking tot de verminderde capaciteit om te begrijpen en te willen van de erflater op het moment van het opstellen van het testament.
In het kader van een successie heeft het Hof bepaald dat de rechten die worden geclaimd op basis van erfopvolging in het algemeen beschikbaar zijn, zelfs in geval van verificatie van de geldigheid van het testament ex art. 591, lid 1, nr. 3, van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent dat eventuele beslissingen met betrekking tot de geldigheid van een testament geen invloed hebben op de handelingsbekwaamheid van een overleden persoon.
ONBEKWAAMHEID - IN HET ALGEMEEN Opening van de successie - Rechten geclaimd op basis van erfopvolging - Algemene beschikbaarheid - Zelfs in geval van verificatie van de geldigheid van het testament ex art. 591, lid 1, nr. 3), B.W. - Grondslag. In geval van opening van de successie zijn de rechten die worden geclaimd op basis van erfopvolging in het algemeen beschikbaar, zelfs in het geval van verificatie van de geldigheid van het testament ex art. 591, lid 1, nr. 3), B.W., aangezien de daaruit voortvloeiende beslissingen de handelingsbekwaamheid van een persoon (die overigens niet meer in leven is) niet beïnvloeden, maar zich beperken tot het vaststellen van de eventuele toestand van verminderde capaciteit om te begrijpen en te willen, op de datum van het opstellen van het testament, zodat deze niet vallen onder de acties betreffende de staat of de bekwaamheid van personen.
De beschikking verduidelijkt dus dat, wat betreft erfrechtelijke rechten, hun beschikbaarheid onveranderd blijft, zelfs in aanwezigheid van betwistingen betreffende de bekwaamheid van de testator. Deze benadering vertegenwoordigt een garantie voor stabiliteit van successies, waardoor wordt voorkomen dat geschillen over testeerbekwaamheid erfrechtelijke rechten kunnen compromitteren.
Samenvattend biedt de beschikking nr. 9904 van 2024 een belangrijke bevestiging van de stabiliteit van erfrechtelijke rechten in aanwezigheid van betwistingen over testeerbekwaamheid. De beslissingen van het Hof van Cassatie herbevestigen dat kwesties met betrekking tot de juridische bekwaamheid van de erflater de rechten van de erfgenamen niet mogen benadelen, wat bijdraagt aan meer zekerheid in het erfrecht. Dit is van bijzonder belang in een juridische context waarin successies conflicten en onzekerheden kunnen genereren. De door het Hof geboden duidelijkheid vertegenwoordigt dus een stap voorwaarts naar een meer serene afhandeling van testamentaire successies.