Het Italiaanse strafproces, met de Cartabia-hervorming (Wetsdecreet 10 oktober 2022, nr. 150), heeft de elektronische indiening van akten verplicht gesteld. Deze innovatie heeft vragen opgeroepen over de geldigheid van akten die via een niet-conform PEC-adres zijn ingediend. Het Hof van Cassatie heeft met uitspraak nr. 19415 van 17/04/2025 een cruciale verduidelijking gegeven.
Artikel 87-bis van Wetsdecreet nr. 150/2022 verplicht het gebruik van specifieke PEC-adressen voor elektronische indiening. Fouten kunnen optreden. Het Hof van Cassatie moest bepalen of een conservatoir beroep (art. 309 en 310 Wetboek van Strafvordering), ondanks dat het bij de bevoegde griffie was ontvangen, niet-ontvankelijk verklaard moest worden vanwege een verkeerd PEC-adres. De gevolgen voor de verdachte C. P.M. zouden ernstig zijn geweest.
Uitspraak nr. 19415/2025 van het Hof van Cassatie, voorzitter A. E. en rapporteur T. F., heeft de beslissing van de Rechtbank van Vrijheid van Palermo van 20/01/2025 vernietigd zonder verwijzing. Het heeft een principe vastgesteld dat formalisme verzacht ten gunste van de bescherming van het recht op verdediging. De hoofdgedachte is:
Inzake conservatoire beroepen is de elektronische indiening van het beroep bij een ander gecertificeerd e-mailadres dan dat vermeld in het decreet van de Directeur-Generaal voor geautomatiseerde informatiesystemen, bedoeld in art. 87-bis, lid 1, wetsdecreet 10 oktober 2022, nr. 150, geen oorzaak van niet-ontvankelijkheid, indien de akte, binnen de voor de indiening gestelde termijn, materieel door de griffie van de bevoegde rechter is ontvangen.
Dit principe is van fundamenteel belang. Het Hof van Cassatie erkent dat een fout bij het verzenden naar een niet-conform PEC-adres geen reden is voor niet-ontvankelijkheid, op voorwaarde dat de akte materieel door de bevoegde griffie is ontvangen en dat deze ontvangst binnen de peremptoire termijn heeft plaatsgevonden. Zo wordt het "bereiken van het doel" van de akte bevoordeeld, waardoor wordt voorkomen dat formele gebreken de positie van de partijen schaden.
Deze uitspraak past in een complex jurisprudentieel debat, met eerdere "afwijkende hoofdgedachten" (bv. nr. 48804 van 2023). De oriëntatie van 2025 consolideert een meer garantistische en pragmatische visie, die advocaten meer rechtszekerheid biedt. De voorwaarden voor geldigheid, zelfs met een verkeerd PEC-adres, zijn:
Uitspraak nr. 19415 van 2025 vertegenwoordigt een belangrijke stap naar een flexibeler en substantiëler beheer van het elektronische strafproces. Door de mogelijkheid van menselijke fouten te erkennen, wordt voorkomen dat een technisch defect leidt tot een onherstelbare aantasting van het recht op verdediging. Het is een positief signaal voor een rechtssysteem dat zich aanpast aan de uitdagingen van digitalisering.