Het recente arrest nr. 45013 van 2024 van het Hof van Cassatie biedt een belangrijke reflectie op persoonlijke cautelamaatregelen, met name voor verdachten die de Italiaanse taal niet beheersen. Dit juridische besluit maakt deel uit van een bredere context van bescherming van fundamentele rechten, met name het recht op verdediging, en roept fundamentele vragen op over de communicatie tussen het rechtssysteem en verdachten uit verschillende taalkundige achtergronden.
Het Hof onderzocht de zaak van een verdachte, G. A., die de Italiaanse taal niet begreep. Op het moment van de uitvaardiging van het cautelair bevel was de rechter niet op de hoogte van deze omstandigheid. De vertaling van het bevel werd pas bevolen na de tenuitvoerlegging van de cautelamaatregel en vóór het verhoor ter waarborg. Tijdens dit laatste was een tolk aanwezig die de verdachte bijstond, waardoor hij de inhoud van het bevel en de beschuldigingen kon begrijpen.
Het Hof oordeelde dat in dergelijke gevallen het verhoor ter waarborg niet nietig is, waardoor het risico op schending van het recht op verdediging is uitgesloten. Dit is gebaseerd op het beginsel dat de verdachte de bevoegdheid heeft om gebruik te maken van het recht om te zwijgen, een beslissing die niet noodzakelijkerwijs als gevolg van een misverstand mag worden beschouwd.
Verdachte die geen Italiaans spreekt - Omstandigheid die de rechter niet bekend was op het moment van uitvaardiging van het cautelair bevel - Vertaling ervan bevolen na tenuitvoerlegging van de maatregel, maar vóór het verhoor ter waarborg - Aanwezigheid, tijdens het verhoor, van een tolk die de verdachte de inhoud van het cautelair bevel, de vragen en de beschuldigingen vertegenwoordigt - Nietigheid van het verhoor ter waarborg - Uitsluiting - Feiten. Wat betreft persoonlijke cautelamaatregelen, is het verhoor ter waarborg niet nietig in het geval dat de rechter, aan wie op het moment van uitvaardiging van het bevel de onbekendheid van de Italiaanse taal door de verdachte die geen Italiaans spreekt niet bekend was en die de vertaling ervan in de moedertaal van de genoemde heeft bevolen na de tenuitvoerlegging van de maatregel, maar vóór het verhoor, gebruik maakt van een tolk die de inhoud van het cautelair bevel, de vragen en de geformuleerde beschuldigingen vertegenwoordigt. (Feiten waarbij het Hof uitsloot dat deze "modus procedendi" leidde tot schending van het recht op verdediging met het argument dat de beslissing om gebruik te maken van het recht om te zwijgen, genomen tijdens het verhoor ter waarborg, een precieze verdedigingskeuze vormde en geen noodzaak als gevolg van het niet begrijpen van de beschuldigingen).
Dit arrest benadrukt het belang van het waarborgen van een eerlijk proces, ook voor verdachten die de taal van het land waarin zij zich bevinden niet spreken. De aanwezigheid van een tolk en de vertaling van documenten zijn cruciale elementen om ervoor te zorgen dat verdachten zich adequaat kunnen verdedigen. Het Hof, verwijzend naar het Nieuwe Wetboek van Strafvordering, benadrukt de noodzaak van een aanpak die de mensenrechten en procesgaranties respecteert, door middel van adequate en tijdige maatregelen.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 45013 van 2024 een belangrijke stap in de richting van de bevestiging van de rechten van verdediging in het kader van cautelamaatregelen, waarbij opnieuw wordt bevestigd dat gerechtigheid voor iedereen toegankelijk moet zijn, ongeacht de gesproken taal.