Arrest nr. 215 van 2024 van het Hof van Beroep van Ancona biedt belangrijke reflecties op de verantwoordelijkheid van bedrijfsbestuurders met betrekking tot de correcte afhandeling van belastingaangiften. In het onderhavige geval werd de beklaagde A.G. veroordeeld wegens het indienen van een onjuiste aangifte, waarbij aanzienlijke inkomsten werden weggelaten en aanzienlijke fiscale fraude werd veroorzaakt. Laten we de belangrijkste juridische aspecten van dit arrest en de implicaties voor bedrijfsbestuurders analyseren.
In het arrest bevestigde het Hof de verantwoordelijkheid van A.G. voor het aangeven van een negatief inkomen van € -58.402, terwijl hij een werkelijk inkomen van € 857.000 niet aangaf. Dit gedrag resulteerde in een belastingontduiking van € 219.614. Het Hof verwierp de argumenten van de verdediging, die probeerde het ontbreken van illegale winst en het ontbreken van specifieke opzet aan te tonen.
De fiscale wetgeving verplicht tot het aangeven van het gegenereerde inkomen, ongeacht het gebruik van de prijs en de voorafgaande schulden.
Een cruciaal punt dat uit het arrest naar voren kwam, betreft de verantwoordelijkheid van de bestuurder bij het voeren van de boekhouding en het indienen van belastingaangiften. Het Hof benadrukte dat het vertrouwen op een accountant de bestuurder niet ontslaat van zijn verplichtingen. De controle op de juistheid en volledigheid van de aangegeven informatie blijft immers de verantwoordelijkheid van de bestuurder zelf.
Arrest nr. 215/2024 van het Hof van Beroep van Ancona is een belangrijke oproep tot de verantwoordelijkheid van bedrijfsbestuurders, waarbij wordt benadrukt hoe het niet naleven van fiscale verplichtingen kan leiden tot aanzienlijke strafrechtelijke gevolgen. Bestuurders moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden en zorgen voor een transparant en conform huidig regelgevend fiscaal beheer om sancties en reputatieschade te voorkomen.