De recente uitspraak van het Hof van Cassatie nr. 20140 van 22 juli 2024 biedt belangrijke inzichten in de levering van elektriciteit, met name met betrekking tot de beschermingsdienst die is ingesteld bij wetsbesluit nr. 73 van 2007. Deze bepaling maakt deel uit van een complex regelgevend kader en raakt aan cruciale aspecten die verband houden met de totstandkoming van contracten en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.
Het Hof verduidelijkt in zijn uitspraak dat het verkrijgen van de status van begunstigde voor een bepaald geografisch gebied, na afloop van de werkzaamheden van de voorlopige exploitant, automatisch leidt tot een overname van de leveringsrelatie. Dit fenomeen wordt gedefinieerd als "uitwisseling zonder overeenkomst". Deze juridische kwalificatie impliceert dat, ondanks het ontbreken van een expliciete overeenkomst, de nieuwe operator verplicht is de dienst te leveren en dus de continuïteit van de energievoorziening te waarborgen.
Een cruciaal aspect dat door de uitspraak wordt belicht, betreft de wijze van communicatie van de economische voorwaarden aan de consument. Volgens de vaststelling van het Hof vormt de communicatie door de nieuwe exploitant geen geldigheidsregel van het contract, maar wordt het beschouwd als een gedragsregel. Dit onderscheid is fundamenteel, aangezien het ontbreken van deze communicatie niet leidt tot de nietigheid van het contract, maar wel kan leiden tot een schadevergoedingsmaatregel in geval van schade of nadeel voor de gebruiker.
Levering van elektriciteit - Beschermingsdienst ex art. 1, lid 4, wetsbesluit nr. 73 van 2007, omgezet met wijzigingen door wet nr. 125 van 2007 - Feitelijke verkrijging van de status van begunstigde voor een bepaald geografisch gebied - Situatie van "uitwisseling zonder overeenkomst" - Communicatie van economische voorwaarden - Geldigheidsregel - Uitsluiting - Grondslag. 160001 LEVERING (CONTRACT VAN) - IN HET ALGEMEEN (BEGRIP, KENMERKEN, ONDERSCHEIDINGEN) In het algemeen. Wat betreft de levering van elektriciteit via de "beschermingsdienst" geregeld bij art. 1, lid 4, van wetsbesluit nr. 73 van 2007, omgezet met wijzigingen door wet nr. 125 van 2007, leidt de verkrijging van de status van begunstigde van de dienst voor het betreffende geografische gebied, na afloop van de periode van werkzaamheid van de voorlopige exploitant, van rechtswege tot een overname van de relatie met betrekking tot de dienstverlening, waardoor een geval van "uitwisseling zonder overeenkomst" ontstaat, waarbij de communicatie aan de gebruiker van de economische voorwaarden, die door de nieuwe exploitant moet worden verricht overeenkomstig art. 5 van het ministerieel besluit van 23 november 2007 en art. 15 van de beslissing nr. 156 van 2007 van de Autoriteit voor elektriciteit, gas en het watersysteem (nu ARERA), geen geldigheidsregel vormt (gezien de totale externe regulering van de relatie), maar eerder een gedragsregel, waaraan geen nietigheid, maar slechts een eventuele schadevergoedingsmaatregel kan worden verbonden, gerelateerd aan het mindere voordeel of de grotere last voor de gebruiker.
Concluderend vertegenwoordigt uitspraak nr. 20140 van 2024 een belangrijke stap voorwaarts in het begrip van de levering van elektriciteit en de juridische implicaties daarvan. Het verduidelijkt dat, hoewel de overname van de dienst automatisch plaatsvindt, economische communicatie essentieel blijft ter bescherming van de rechten van gebruikers. Het onderscheid tussen geldigheidsregels en gedragsregels, zoals benadrukt door het Hof, opent de weg voor een nauwkeurigere analyse van de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, en werpt licht op een zeer actueel en sociaal relevant onderwerp.