Uitspraak nr. 9556 van 9 april 2024, gedaan door de Regionale Belastingcommissie van Pescara, behandelt een zeer relevant onderwerp voor internationaal opererende bedrijven: grensoverschrijdende btw-teruggaven. In het bijzonder richt de beslissing zich op de interpretatie van artikel 38-bis.2 van het presidentieel decreet nr. 633/1972, waarbij de voorwaarden voor de toelaatbaarheid van dergelijke teruggaven duidelijk worden vastgesteld.
Volgens de uitspraak zijn er twee fundamentele belemmeringen voor grensoverschrijdende btw-teruggaven:
Deze interpretatie strookt met de bepalingen van artikel 3 van Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008, die de algemene beginselen voor btw-teruggaven binnen de Europese Unie vaststelt. Het is essentieel dat bedrijven aan deze voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor een btw-teruggave en zo mogelijke geschillen met de belastingdienst te voorkomen.
Uitspraak nr. 9556 vormt een belangrijk jurisprudentieel precedent voor bedrijven die grensoverschrijdend opereren. Het verduidelijkt namelijk dat teruggaven niet simpelweg op basis van fiscale registratie kunnen worden aangevraagd, maar dat een reeks strikt na te leven vereisten nodig is. Dit leidt tot een grotere aandacht van bedrijven voor fiscale planning en de documentatie van uitgevoerde transacties.
Terugbetalingen van grensoverschrijdende btw - Artikel 38-bis.2 van presidentieel decreet nr. 633 van 1972 - Belemmeringen voor teruggave - Zelfde referentieperiode - Noodzakelijkheid. Wat betreft grensoverschrijdende btw-teruggaven, moet artikel 38-bis.2 van presidentieel decreet nr. 633 van 1972 worden toegepast in het licht van artikel 3 van Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008, waarbij zowel de stabiliteit van de organisatie binnen de staat in de referentieperiode als het verrichten van belastbare actieve transacties noodzakelijkerwijs in dezelfde tijdsperiode, die samenvalt met het kalenderjaar, dat wil zeggen het burgerlijk jaar en niet het belastingjaar, als belemmeringen voor teruggave worden beschouwd.
Concluderend biedt uitspraak nr. 9556 van 2024 een duidelijke interpretatie van de regels met betrekking tot grensoverschrijdende btw-teruggaven, waarbij het belang van naleving van de door de Italiaanse wetgeving en Europese richtlijnen vastgestelde vereisten wordt benadrukt. Bedrijven moeten daarom bijzondere aandacht besteden aan hun fiscale en organisatorische situatie om de toelaatbaarheid van teruggaven te waarborgen en mogelijke geschillen met de belastingdienst te voorkomen.