Arrest nr. 19254 van 12 juli 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, introduceert belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot het bewijs van de verwantschapsrelatie die nodig is voor de hoedanigheid van erfgenaam in wettelijke successie. Bij de analyse van de zaak van S. (F. D. F.) tegen Z. (C. A.) moest het Hof bepalen welke bewijsmiddelen toelaatbaar waren bij afwezigheid van burgerlijke standakten.
De centrale kwestie die door het Hof werd behandeld, is gebaseerd op artikel 565 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de verwantschapsrelatie met de "de cuius" noodzakelijk is om de hoedanigheid van erfgenaam te verkrijgen. Het bewijs van deze relatie moet echter plaatsvinden via akten van de burgerlijke stand, tenzij deze niet beschikbaar zijn.
AB INTESTATO - IN HET ALGEMEEN Hoedanigheid van erfgenaam - Verwantschapsrelatie - Bewijsmiddel - Akten van de burgerlijke stand - Noodzaak - Ontbreken, vernietiging of verlies van de betreffende registers - Bruikbaarheid van alle bewijsmiddelen - Toelaatbaarheid. Wat betreft wettelijke successie, moet de verwantschapsrelatie met de "de cuius", als titel die, volgens art. 565 B.W., de hoedanigheid van erfgenaam verleent, worden bewezen via akten van de burgerlijke stand, tenzij deze laatste ontbreken of vernietigd of verloren zijn gegaan, in welk geval het bewijs van de te registreren feiten - zoals geboorte, overlijden of huwelijk - met alle middelen kan worden geleverd, overeenkomstig art. 452 B.W.
Deze maxima benadrukt hoe, in geval van vernietiging of verlies van de akten, alternatieve bewijsmiddelen kunnen worden gebruikt. Dit is van fundamenteel belang, aangezien in veel situaties, met name in historische of complexe familiale contexten, de akten mogelijk niet gemakkelijk te verkrijgen zijn.
De praktische implicaties van dit arrest zijn significant voor degenen die te maken krijgen met successiekwesties. Erfgenamen kunnen zich nu meer beschermd voelen, aangezien het Hof heeft bepaald dat het bewijs van verwantschap niet noodzakelijkerwijs afhankelijk mag zijn van alleen officiële documentatie. Deze flexibele benadering maakt het mogelijk om verschillende vormen van bewijs te gebruiken, waaronder:
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 19254 van 2024 een stap voorwaarts in de bescherming van de rechten van erfgenamen in geval van wettelijke successie. De mogelijkheid om alternatieve bewijsmiddelen te gebruiken bij afwezigheid van officiële akten biedt meer flexibiliteit en bescherming, en garandeert dat familiale dynamieken ook buiten de strikt gedefinieerde grenzen van formele documentatie kunnen worden erkend. Dit is met name relevant in een voortdurend evoluerende sociale context, waarin families verschillende en complexe vormen kunnen aannemen.