Arrest nr. 26415 van 2 april 2024 vertegenwoordigt een belangrijke uitspraak van het Hof van Cassatie inzake vermogensontrouw door bedrijfsbestuurders. Dit geval biedt belangrijke inzichten om de juridische en vermogensrechtelijke verantwoordelijkheden te begrijpen die voortvloeien uit onrechtmatige gedragingen die in strijd met belangen zijn gepleegd.
Volgens de Italiaanse wetgeving is vermogensontrouw een misdrijf dat plaatsvindt wanneer een bedrijfsbestuurder beschikkingshandelingen verricht die de belangen van de onderneming schaden. Het onderhavige arrest benadrukt hoe een beschikkingshandeling, indien uitgevoerd met een belangenconflict met dat van de onderneming, een 'contractueel misdrijf' vormt, d.w.z. een onrechtmatige handeling die zich manifesteert via een juridische transactie.
In dit specifieke geval werd de bestuurder, P. C., ervan beschuldigd opzettelijk vermogensschade aan de onderneming te hebben toegebracht door middel van handelingen die de belangen van de laatste niet respecteerden. Het Hof herhaalde dat dergelijke acties niet alleen het vertrouwen in de bestuurder schenden, maar ook relevante juridische gevolgen hebben, zoals de directe verbeurdverklaring van de winsten die uit de onrechtmatige daad voortvloeien.
Het Hof heeft bepaald dat:
Vermogensontrouw - Beschikkingshandeling van de bestuurder - Belangenconflict met dat van de onderneming - Opzettelijk toegebrachte vermogensschade aan de onderneming - Contractueel misdrijf - Bestaan - Gevolgen - Directe verbeurdverklaring van de winst in zijn geheel. Wat betreft het misdrijf van vermogensontrouw, vormt de juridische beschikkingshandeling die door de bestuurder wordt verricht en die, met een belangenconflict met dat van de onderneming, opzettelijk vermogensschade aan deze laatste toebrengt, een zogenaamd contractueel misdrijf, aangezien het voortkomt uit een 'ab origine' onrechtmatige beslissing die de identificatie van het misdrijf met de juridische transactie bewerkstelligt, met als gevolg dat de bijbehorende winst een onmiddellijk en direct gevolg is van het misdrijf en daarom volledig onderworpen is aan directe verbeurdverklaring overeenkomstig artikel 2641, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.
Arrest nr. 26415 van 2024 biedt een belangrijke verduidelijking van de verantwoordelijkheden van bestuurders inzake vermogensontrouw. Het benadrukt de noodzaak om altijd te handelen met inachtneming van de belangen van de onderneming, waarbij conflicten die tot rampzalige vermogensrechtelijke gevolgen kunnen leiden, worden vermeden. De directe verbeurdverklaring van onrechtmatige winsten vormt een fundamenteel afschrikkingsmiddel om correctheid en transparantie in het bedrijfsbeheer te waarborgen. Bestuurders moeten zich bewust zijn van deze implicaties, om niet alleen zichzelf, maar ook de belangen van de ondernemingen die zij vertegenwoordigen, te beschermen.