Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
De Hoge Raad over Premieprocedures en de Continuïteit van Criminaliteit: Analyse van Arrest nr. 17175/2025 | Advocatenkantoor Bianucci

De Hoge Raad over Premiale Procedures en de Voortzetting van het Delict: Analyse van Arrest nr. 17175/2025

Het concept van de voortzetting van het delict, geregeld in artikel 81, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht, is cruciaal in het Italiaanse recht en beoogt de straf te verzachten voor degenen die meerdere illegale handelingen plegen met één enkel crimineel plan. De toepassing ervan wordt echter gecompliceerd wanneer de delicten zijn berecht met verschillende procesvormen, zoals de verkorte procedure en de schikking, die strafverminderingen met zich meebrengen. Arrest nr. 17175 van 30/01/2025 van het Hof van Cassatie behandelt juist deze delicate kwestie en biedt duidelijkheid aan de uitvoeringsrechter over hoe het "zwaarste delict" in dergelijke contexten te bepalen. Deze beslissing, van groot praktisch belang, verdient een zorgvuldige analyse om de reikwijdte ervan op de kwantificering van de uiteindelijke straf te begrijpen.

De Voortzetting van het Delict: Een Fundamenteel Concept

Artikel 81, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat degene die met hetzelfde criminele plan meerdere wetschendingen begaat, wordt bestraft met de straf die is voorzien voor de zwaarste schending, verhoogd tot maximaal het drievoudige. Dit instituut beoogt een globaal minder verzwarende sanctiebehandeling dan de materiële optelling van straffen, waarbij de eenheid van de criminele intentie wordt erkend. De toepassing vereist de identificatie van het "zwaarste" delict, dat als basis dient voor de berekening van de straf. Op dit punt heeft de jurisprudentie vaak interpretatieve moeilijkheden ondervonden, vooral wanneer de delicten zijn berecht met verschillende procesvormen die strafverminderingen met zich meebrengen.

Het Cruciale Knooppunt van Arrest 17175/2025: Premiale Procedures en het Zwaarste Delict

Arrest nr. 17175 van 30/01/2025 (gedeponeerd op 07/05/2025), met voorzitter G. D. M. en rapporteur F. C., behandelt het criterium voor het identificeren van het zwaarste delict voor de voortzetting, wanneer een delict is berecht met een verkorte procedure en het andere met een schikking. Beide procedures voorzien in strafverminderingen. Het debat ging over de overweging van de straf "in abstracto" of "in concreto".

Het Hof, dat de beslissing van de Rechtbank van Rome van 24/09/2024 betreffende de verdachte G. C. gedeeltelijk vernietigde met verwijzing, heeft een duidelijk antwoord gegeven, gekristalliseerd in de volgende maximale:

Inzake de voortzetting in uitvoeringsfase tussen een delict berecht met een verkorte procedure en een delict dat het voorwerp uitmaakt van een schikkingsvonnis, moet de rechter rekening houden, voor de bepaling van het zwaarste delict, met de daadwerkelijk opgelegde straffen van de twee vonnissen, inclusief de vermindering toegepast voor de respectieve premiale procedures.

Dit principe is fundamenteel: de uitvoeringsrechter moet rekening houden met de daadwerkelijk opgelegde straffen, reeds inclusief de verminderingen van de verkorte procedure (art. 442, lid 2, c.p.p.) of schikking (art. 444 c.p.p.). Deze interpretatie sluit aan bij een jurisprudentiële stroming die de voorkeur geeft aan concrete procesgegevens en de zekerheid van de straf (bv. Cass. Pen. nr. 21808/2020 en nr. 30119/2021), en wijkt af van afwijkende oriëntaties. De Grote Kamer (Arresten nr. 35852/2018 en nr. 7029/2024) had al in deze richting gewezen.

De implicaties zijn significant:

  • Jurisprudentiële Duidelijkheid: Lost onzekerheden op bij de toepassing van art. 671 c.p.p.
  • Consistentie van het Systeem: Zorgt ervoor dat de voordelen van premiale procedures niet worden tenietgedaan.
  • Rechtszekerheid: Grotere voorspelbaarheid van de totale straf voor veroordeelden.
  • Toepassingsgemak: Vermijdt complexe operaties van "afschilfering" van strafverminderingen.

Praktische Implicaties voor de Beschuldigde en de Rechtspraak

Voor de verdachte is de beslissing van de Hoge Raad een vaststaand feit: de keuze voor alternatieve procedures behoudt zijn volledige effectiviteit, zelfs bij voortzetting. De verkregen strafvermindering zal niet opnieuw worden overwogen door de uitvoeringsrechter, wat het vertrouwen in procesinstrumenten en de voorspelbaarheid van de sanctie-uitkomst versterkt.

Voor het rechtssysteem bevordert het arrest efficiëntie en consistentie. De Uitvoeringsrechter (art. 671 c.p.p.) wordt nu opgeroepen om een uniform criterium toe te passen, geschillen te verminderen en grotere uniformiteit te waarborgen. Deze uitspraak verduidelijkt niet alleen een technisch aspect, maar versterkt ook de beginselen van legaliteit en rechtszekerheid.

Conclusies: Een Stap naar Jurisprudentiële Duidelijkheid

Arrest nr. 17175 van 30/01/2025 van het Hof van Cassatie is een verhelderende en relevante interventie in het Italiaanse strafrecht. Door de kwestie van de bepaling van het zwaarste delict bij voortzetting tussen straffen uit een verkorte procedure en een schikking aan te pakken, heeft het Hof een principe vastgesteld dat de voorkeur geeft aan de concrete opgelegde straffen. Deze oriëntatie zorgt voor meer rechtszekerheid, vereenvoudigt de taak van de uitvoeringsrechter en bevestigt opnieuw de waarde van premiale procedures. Voor juridische professionals en burgers is het een baken in de complexe materie van de voortzetting, die een transparantere, eerlijkere en voorspelbaardere toepassing van het strafrecht consolideert.

Advocatenkantoor Bianucci