Het Italiaanse juridische landschap is voortdurend in ontwikkeling, en de uitspraken van het Hooggerechtshof van Cassatie vormen vaak een baken voor de interpretatie en toepassing van wetten. Het recente arrest nr. 18241, gedeponeerd op 14 mei 2025, biedt een belangrijke verduidelijking op het gebied van misdrijven tegen het openbaar bestuur, met name met betrekking tot het misdrijf van verstoring van de vrije keuze van de contractant, zoals voorzien in artikel 353-bis van het Wetboek van Strafrecht. Deze beslissing is van fundamenteel belang voor publieke instanties, economische actoren en professionals, aangezien zij de toepassingssfeer van de norm uitbreidt tot instrumenten die, op het eerste gezicht, misschien niet als traditionele "aanbestedingsoproepen" lijken, maar die in feite dezelfde functie vervullen.
Artikel 353-bis van het Wetboek van Strafrecht beoogt de transparantie, onpartijdigheid en gelijke behandeling te beschermen bij de procedures voor de keuze van een contractant door het openbaar bestuur. Dit misdrijf wordt geconfigureerd wanneer, door middel van geweld, bedreiging, geschenken, beloften, samenspanning of andere frauduleuze middelen, de normale gang van zaken van een procedure gericht op de identificatie van een contractuele partner wordt verstoord. Het beschermde juridische goed is het publieke belang bij de correctheid en echtheid van de concurrentie, zodat de keuze valt op het meest voordelige aanbod. Hoewel traditioneel geassocieerd met formele aanbestedingsoproepen, maakt de administratieve realiteit gebruik van minder geformaliseerde instrumenten. En het is juist op een van deze dat de Cassatierechter licht heeft geworpen.
De zaak die door het Hooggerechtshof werd onderzocht, betrof de "Fondazione Lombardia Film Commission", een publiekrechtelijke instelling. De beklaagden hadden de goedkeuring van een "vastgoedzoekmededeling" voor de aankoop van de nieuwe zetel "speciaal afgestemd" op de kenmerken van een pand dat reeds in het bezit was van een van hen, de heer A. D. R., waardoor de concurrentie feitelijk werd verstoord. De Cassatierechter heeft met het betreffende arrest de configureerbaarheid van het misdrijf herbevestigd.
De maximale uitspraak van het arrest, uitgesproken door voorzitter G. De Amicis en uitgebreid door rapporteur F. D'Arcangelo, is glashelder:
Voor de configureerbaarheid van het misdrijf van verstoring van de vrije keuze van de contractant, voorzien in art. 353-bis van het Wetboek van Strafrecht, vormt de "vastgoedzoekmededeling" een gelijkwaardige akte aan de aanbestedingsoproep, aangezien deze een procedure in gang zet die, bij meerdere inschrijvers, wordt gekenmerkt door een competitief beoordelingssegment gebaseerd op criteria van onpartijdigheid en gelijke behandeling die eigen zijn aan de publiekrechtelijke regelgeving.
Deze bewering is de kern van de beslissing. Het Hof beperkte zich niet tot de loutere formele documentatie, maar keek naar de inhoud van de procedure. De vastgoedzoekmededeling, hoewel geen "aanbestedingsoproep" in de strikste zin, werd als gelijkwaardig beschouwd omdat deze feitelijk een mechanisme van concurrentiële selectie in gang zet. Wanneer een publieke instantie op zoek is naar een vastgoed en deze zoektocht voorziet in de mogelijkheid om meerdere aanbiedingen te ontvangen die volgens criteria van onpartijdigheid en gelijke behandeling moeten worden beoordeeld, krijgt die procedure de kenmerken van een aanbesteding. De "afstemming" van de mededeling op een specifiek pand wordt in deze context een frauduleus middel om de vrije concurrentie te verstoren.
Arrest 18241/2025 zendt een duidelijke boodschap uit: de bescherming van vrije concurrentie en onpartijdigheid beperkt zich niet tot formeel bedoelde aanbestedingsoproepen, maar strekt zich uit tot alle procedures die, ondanks verschillende benamingen, de finaliteit delen om een contractant te selecteren via een vergelijking van aanbiedingen. Dit impliceert dat:
De waakzaamheid moet maximaal zijn, en de invoering van duidelijke en verifieerbare interne procedures wordt een imperatief om illegale praktijken te voorkomen en de legaliteit van administratief handelen te waarborgen.
Het arrest van de Cassatierechter nr. 18241 van 2025 vertegenwoordigt een belangrijk onderdeel in de strijd tegen corruptie en de bescherming van legaliteit in publieke procedures. Het herbevestigt krachtig dat de inhoud prevaleert boven de vorm: wat telt is dat elke procedure voor de selectie van een contractant, die een vergelijking tussen meerdere inschrijvers voorziet, met de grootste onpartijdigheid en transparantie wordt uitgevoerd. Dit beschermt niet alleen de staatskas en de concurrentie, maar versterkt ook het vertrouwen van burgers en economische actoren in de integriteit van het openbaar bestuur. Voor instanties en professionals in de sector is het een oproep tot uiterste zorgvuldigheid en nauwgezette naleving van de beginselen die het publieke handelen regelen.