Het arrest nr. 11743 van 28/02/2025 (gedeponeerd op 25/03/2025) van het Hof van Beroep van Milaan biedt een relevante verduidelijking over het onderwerp van stilzwijgende kwijtschelding van klacht. Het college (voorzitter B. P., rapporteur G. R.) heeft beoordeeld of artikel 152 lid 3 nr. 1) c.p. van toepassing kan zijn wanneer de partijen hebben ingestemd met de verkrijging van de verklaringen van de klager tijdens het vooronderzoek en deze laatste vervolgens niet als getuige ter zitting is opgeroepen.
In de onderzochte zaak betwistte de beklaagde (L. P. M. S. G.) de toepassing van de stilzwijgende kwijtschelding van klacht die door de civiele partij werd ingeroepen. De partijen hadden ter zitting ingestemd om de verklaringen van de klager tijdens het vooronderzoek te laten gelden. De klager verscheen echter niet als getuige in de rechtszaal. Het Hof moest bepalen of, in aanwezigheid van de instemming met de verkrijging van de verklaringen, het niet verschijnen ter zitting gelijk staat aan stilzwijgende kwijtschelding in de zin van artikel 152 lid 3 nr. 1) c.p.
Wat betreft de stilzwijgende kwijtschelding van klacht, is de bepaling van artikel 152, lid 3, nr. 1), Wetboek van Strafrecht niet van toepassing in het geval dat de partijen toestemming hebben gegeven voor de verkrijging van de verklaringen van de klager tijdens het vooronderzoek en deze, niet opgeroepen als getuige, niet ter zitting verschijnt.
Het Hof stelt dus dat de formele verwijzing naar stilzwijgende kwijtschelding niet geldig kan zijn wanneer de partijen bewust hebben gekozen voor de verkrijging van eerdere verklaringen. Met andere woorden, de instemming met de productie van de verklaringen heeft een vervangende functie en legitimeert de opname van de verklaringen zelf, waardoor wordt voorkomen dat het niet verschijnen van de klager automatisch leidt tot de beëindiging van de actie wegens stilzwijgende kwijtschelding.
De beslissing verwijst naar de actualiteit van de normen die zijn ingevoerd met het Koninklijk Besluit van 10/10/2022 nr. 150 en de overgangsbepalingen van het nieuwe Wetboek van Strafvordering, naast de gevestigde richtlijnen van de Verenigde Kamers die in de motivering worden genoemd. Enkele praktische punten om rekening mee te houden:
De uitspraak maakt deel uit van een jurisprudentiële lijn (zie hoofdregels 43636/2023 en 29959/2024) die de voorwaarden waaronder stilzwijgende kwijtschelding werkt, strikt interpreteert, waarbij de nadruk wordt gelegd op de voorrang van de procesrechtelijke wil van de partijen.
Het arrest nr. 11743/2025 van het Hof van Beroep van Milaan biedt een belangrijke oriëntatie: de stilzwijgende kwijtschelding van klacht wordt niet automatisch opgelegd wanneer de partijen hebben ingestemd met de verkrijging van de verklaringen die tijdens het vooronderzoek zijn afgelegd. Voor professionals is de waarschuwing duidelijk: documenteer de overeenkomsten over het gebruik van de verklaringen en plan de bewijsvergaring ter zitting om onverwachte procesrechtelijke resultaten te voorkomen.