Arrest nr. 3087 van 30 oktober 2024, gepubliceerd op 27 januari 2025, biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de nietigheid van de dagvaarding tot berechting na een verhoor dat niet in overeenstemming met de geldende regels is uitgevoerd. Deze uitspraak van het Hof van Cassatie past in een voortdurend evoluerende juridische context, waarin de aanpassing aan nieuwe communicatiemethoden in het strafproces een cruciale rol speelt.
In de onderhavige zaak had de verdachte een verzoek tot verhoor ingediend via niet-toegestane methoden, met name via PEC, in plaats van via indiening op het portaal van het telematische proces (PPT), zoals bepaald door de overgangsregeling van art. 87, lid 6-bis, van wetsbesluit 10 oktober 2022, nr. 150. Deze onregelmatigheid leidde tot de verklaring van nietigheid van de dagvaarding tot berechting.
Het Hof heeft verduidelijkt dat een dergelijke verklaring van nietigheid niet als abnormaal kan worden beschouwd, aangezien de terugkeer van de procedure niet leidt tot een stilstand van het proces zelf. In feite heeft het openbaar ministerie de mogelijkheid om de uitoefening van de strafvordering te heroverwegen zodra het verhoor wettelijk is uitgevoerd.
Art. 415-bis Wetboek van Strafvordering - Verzoek tot verhoor ingediend door de verdachte via niet-toegestane methoden - Verklaring van nietigheid van de dagvaarding tot berechting wegens het niet uitvoeren van het verhoor - Abnormaal karakter - Uitsluiting - Redenen - Feiten. Het is niet abnormaal dat de dagvaarding tot berechting nietig wordt verklaard wegens het niet uitvoeren van het verhoor dat met niet-toegestane methoden is aangevraagd, aangezien de daaruit voortvloeiende terugkeer van de procedure geen stilstand met zich meebrengt, aangezien het openbaar ministerie zijn beslissingen over de uitoefening van de strafvordering opnieuw kan nemen na afloop van het bevolen verhoor. (Feiten waarbij het verhoor door de verdachte was aangevraagd via PEC in plaats van via indiening op het portaal van het telematische proces (PPT), zoals bepaald door de overgangsregeling van art. 87, lid 6-bis, van wetsbesluit 10 oktober 2022, nr. 150, in verband met art. 111-bis Wetboek van Strafvordering).
Deze samenvatting benadrukt het belang van het volgen van de door de wetgever vastgestelde procedures om de correcte gang van het proces te waarborgen. Het Hof heeft derhalve de centraliteit van de communicatiemethoden in het strafproces en het belang van hun naleving ter waarborging van fundamentele rechten, zoals het recht op verdediging, bevestigd.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 3087 van 2024 een belangrijk precedent voor toekomstige toepassingen van het strafprocesrecht. Het onderstreept het belang van het naleven van de wettelijke bepalingen betreffende de indieningsmethoden van verzoeken en de naleving van procedures, zonder welke het proces het risico loopt van effectiviteit en rechtvaardigheid te verliezen. Het is van fundamenteel belang dat juridische professionals en verdachten zich nauwgezet houden aan de geldende regels om situaties van nietigheid te voorkomen die het gehele strafgeding kunnen compromitteren.