In de context van de strijd tegen de maffia heeft de uitspraak van het Hof van Cassatie nr. 26589/2018 aanzienlijke belangstelling gewekt, met name wat betreft de externe deelname aan maffia-associatie. Deze uitspraak richtte zich op twee verdachten, V.S. en M.L., en belichtte de bewijsproblemen en juridische beginselen die de steun aan maffia-clans regelen.
V.S. werd veroordeeld voor externe deelname aan maffia-associatie wegens het leveren van een bijdrage aan de maffia-clan P.-V., terwijl M.L. werd beschuldigd van persoonlijke begunstiging. Het Hof van Beroep van Reggio Calabria had de veroordelingen bevestigd, maar de verdediging diende beroep in bij het Hof van Cassatie, waarbij de bewijsvoering en de motivering van de uitspraak werden betwist.
Het Hof benadrukte dat de strafbaarheid voor externe deelname bewijs vereist van een specifieke en bewuste causale bijdrage aan het voortbestaan van de maffia-organisatie.
De uitspraak Cass. pen. nr. 26589/2018 vertegenwoordigt een belangrijk juridisch precedent, dat verduidelijkt dat externe deelname aan maffia-associatie niet kan worden afgeleid uit alledaags gedrag, maar een concreet en bewust causaal verband met maffia-activiteiten vereist. Deze uitspraak nodigt uit tot reflectie over het belang van bewijs en motivering in rechterlijke beslissingen, met name in delicate contexten zoals die waarbij minderjarigen betrokken zijn.