Het recente arrest van het Hooggerechtshof van Cassatie, nr. 24254 van 2024, biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de verantwoordelijkheden van bedrijfsbestuurders met betrekking tot belastingovertredingen. In het bijzonder betreft de onderzochte zaak de heer A.A., wettelijk vertegenwoordiger van One Business Development Srl, veroordeeld voor het niet betalen van belastingen door gebruik te maken van een niet-toelaatbaar belastingkrediet. Het Hof van Cassatie heeft de veroordeling bevestigd en het belang benadrukt van de verificatie van de legitimiteit van fiscale operaties.
De heer A.A. was veroordeeld voor schending van art. 10-quater van wetsbesluit nr. 74 van 2000, dat degenen bestraft die belastingen niet betalen na ongerechtvaardigde compensatie van niet-toelaatbare kredieten. Het Hof van Beroep van Brescia, dat het vonnis van de eerste aanleg bevestigde, heeft de voorwaardelijke schorsing van de straf ingetrokken, waarbij het gebrek aan geldige rechtvaardigingen door de beklaagde werd benadrukt.
Het Hof van Cassatie heeft herhaald dat het gedrag van ongerechtvaardigde compensatie van fiscale kredieten een zorgvuldige verificatie door de bestuurders vereist.
Een cruciaal aspect van het arrest is de verwijzing naar voorwaardelijk opzet. Het Hof benadrukte dat de heer A.A. zich bewust moest zijn van de anomalie van het gebruikte belastingkrediet voor compensatie. Ondanks de expertise van een professional, oordeelde het Hof dat de omvang van het krediet en de oorsprong ervan argwaan hadden moeten wekken, wat een diepgaandere verificatie vereiste.
Arrest nr. 24254 van 2024 verduidelijkt niet alleen de strafrechtelijke verantwoordelijkheden bij belastingovertredingen, maar biedt ook stof tot nadenken voor bedrijfsbestuurders. Het is essentieel dat deze laatsten nauwkeurige verificaties uitvoeren van belastingkredieten alvorens tot compensatie over te gaan, om zo ernstige sancties te vermijden. Bovendien onderstreept de zaak het belang van een transparant en gedocumenteerd beheer van fiscale operaties.
Concluderend heeft het Hof van Cassatie met zijn beslissing een belangrijke bijdrage geleverd aan de regulering van belastingovertredingen, waarbij is herhaald dat de verantwoordelijkheid van bestuurders niet onderschat mag worden. Elke fiscale operatie moet met de grootste zorgvuldigheid en voorzichtigheid worden uitgevoerd om strafrechtelijke gevolgen en schade aan de bedrijfsreputatie te voorkomen.