De recente uitspraak van het Hof van Cassatie, met nummer 36521 van 2024, heeft belangrijke verduidelijkingen geboden met betrekking tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid van bestuurders in situaties van frauduleus faillissement. In het bijzonder betrof de zaak A.A., die, hoewel hij op het moment van het faillissement van de vennootschap Pavis Srl formeel niet de functie van bestuurder bekleedde, verantwoordelijk werd geacht voor onrechtmatige gedragingen krachtens zijn hoedanigheid van feitelijk bestuurder.
Het Hof van Beroep van Salerno had de veroordeling van A.A. voor frauduleus faillissement bevestigd, maar de opgelegde straf verminderd. De belangrijkste motivering voor de veroordeling was gebaseerd op zijn gedrag gedurende de periode dat hij van 2003 tot 2008 wettelijk bestuurder was, en op het feitelijke beheer van de vennootschap, zelfs na het einde van zijn functie.
De aangevochten uitspraak bevestigde de vaststelling van aansprakelijkheid door de opgelegde straf te herzien tot de bovengenoemde maat, en bevestigde voor het overige de door de Rechtbank van Potenza uitgesproken veroordeling.
Het Hof van Cassatie achtte de door A.A. ingediende beroepsgronden ongegrond, en benadrukte dat de aansprakelijkheid voor frauduleus faillissement ook kan worden toegeschreven aan degenen die een actieve rol hebben gespeeld in het beheer van de vennootschap, zelfs bij afwezigheid van een formele functie. In het bijzonder benadrukte het Hof dat:
Het Hof herinnerde er verder aan dat, volgens de jurisprudentie, de feitelijk bestuurder degene is die, hoewel hij niet formeel met de functie is bekleed, feitelijk de beheersfuncties van de vennootschap uitoefent.
De onderhavige uitspraak benadrukt het belang van een transparant en verantwoordelijk beheer van bedrijven, met name voor degenen die leidinggevende functies bekleden. Het Hof van Cassatie heeft verduidelijkt dat de aansprakelijkheid voor frauduleus faillissement zich niet beperkt tot wettelijke bestuurders, maar kan worden uitgebreid tot degenen die feitelijke functies uitoefenen, en benadrukt de noodzaak van zorgvuldig toezicht en een regelmatige boekhouding om zware strafrechtelijke sancties te voorkomen.