De recente beschikking nr. 30502 van 10 juli 2024, ingediend op 25 juli 2024, biedt belangrijke inzichten voor het begrijpen van de evolutie van de wetgeving inzake rijden zonder rijbewijs. In het bijzonder heeft het Hof van Beroep van Florence het delicate onderwerp van recidive binnen een periode van twee jaar behandeld, wat essentieel is om te bepalen of een overtreding kan vallen onder de depenalisering zoals bepaald in artikel 5 van wetsdecreet nr. 8 van 5 januari 2016.
Rijden zonder rijbewijs is een misdrijf dat, na wetswijzigingen, onder bepaalde omstandigheden kan worden gedepenaliseerd. De wet bepaalt dat, om het misdrijf van depenalisering uit te sluiten, er sprake moet zijn van recidive binnen een periode van twee jaar. Het Hof heeft echter verduidelijkt dat de productie van een documentair bewijs van de definitieve aard van de eerdere overtreding niet vereist is. Dit element vertegenwoordigt een stap voorwaarts in de vereenvoudiging van procedures, waardoor een flexibelere benadering bij de beoordeling van recidive mogelijk is.
Recidive binnen twee jaar - Herhaling van de gedepenaliseerde overtreding - Voldoende bewijs van definitieve aard - Documentaire productie - Noodzaak - Uitsluiting. Wat betreft rijden zonder rijbewijs, is voor het bewijs van recidive binnen twee jaar, dat geschikt is om het misdrijf van depenalisering uit te sluiten krachtens art. 5 wetsdecreet 5 januari 2016, nr. 8, niet vereist de productie van een documentair bewijs van de definitieve aard van de vaststelling van de eerdere overtreding, maar is een bewijselement voldoende, vergezeld van het nalaten van de indiening, door de verzoeker, van de bewering dat hij een beroep heeft ingesteld tegen de oplegging van de sanctie of een verzoek tot kwijtschelding dat niet is afgewezen, onverminderd het beginsel dat het bewijs van de definitieve aard van de vaststelling ten laste van de aanklager valt, zodat de desbetreffende demonstratie kan worden verstrekt met bewijselementen van zekere bewijswaarde waaruit, bij gebreke van tegenbewijs door de betrokkene, de zekerheid van de definitieve aard van de eerdere administratieve overtreding kan worden afgeleid.
Deze hoofdregel benadrukt dat het bewijs van recidive ook geldig kan worden geacht in afwezigheid van formele documentatie, mits er concrete bewijselementen zijn. Dit betekent dat de verzoeker de plicht heeft om aan te tonen dat hij de vaststelling heeft betwist, terwijl de aanklager voldoende bewijs moet leveren om de definitieve aard van de overtreding aan te tonen.
Uitspraak nr. 30502 biedt belangrijke aanwijzingen voor advocaten en burgers. In het bijzonder zijn de belangrijkste punten om te overwegen:
De uitspraak van het Hof van Beroep van Florence biedt een belangrijke interpretatie van het onderwerp rijden zonder rijbewijs en recidive. Door de bewijseisen te vereenvoudigen en de verantwoordelijkheden van de aanklager en de verdediging te verduidelijken, draagt het bij aan een eerlijkere toepassing van de regels. Het is essentieel dat burgers hun rechten en plichten op het gebied van wegverkeer begrijpen om te voorkomen dat ze bij recidive te maken krijgen met zwaardere sancties.