Arrest nr. 20075 van 22 juli 2024 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke wending in de materie van het recht op uitzetting van vreemde burgers. In het bijzonder wordt de noodzaak benadrukt om bij de beoordeling van een beroep tegen een uitzettingsbevel rekening te houden met de familiale banden van de vreemde burger, de duur van zijn verblijf en de banden met het land van herkomst. Deze uitspraak is gebaseerd op een zorgvuldige lezing van de geldende regelgeving, met name het wetsdecreet nr. 286 van 1998, dat immigratie in Italië regelt.
Het Hof van Cassatie verwees naar artikel 19, lid 1.1, van wetsdecreet nr. 286 van 1998, dat het verbod op uitzetting vaststelt als een algemene beschermingsnorm. Dit verbod is niet alleen van toepassing in de gevallen bedoeld in artikel 13, lid 2 bis, maar ook bij beroepen tegen uitzettingsbevelen uitgevaardigd krachtens artikel 14, lid 5 ter. Het Hof benadrukte dat de rechter rekening moet houden met het risico dat de verwijdering een schending van het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven kan inhouden, een beginsel dat ook is vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Beroep tegen het uitzettingsbevel - Besluit uitgevaardigd krachtens art. 14, lid 5 ter, van wetsdecreet nr. 286 van 1998 - Noodzaak om rekening te houden met de familiale banden van de vreemde burger, de duur van het verblijf en het bestaan van banden met het land van herkomst - Bestaan - Feiten. Het verbod op uitzetting, bedoeld in art. 19, lid 1.1, van wetsdecreet nr. 286 van 1998, heeft de waarde van een algemene beschermingsnorm, waaruit volgt dat, ook bij de beoordeling van een beroep tegen een uitzetting die is bevolen krachtens art. 14, lid 5 ter, van hetzelfde wetsdecreet, en niet alleen in het geval bedoeld in art. 13, lid 2 bis, de vrederechter rekening moet houden met het risico dat de verwijdering uit het nationale grondgebied een schending van het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven van de vreemde burger inhoudt, waarbij specifiek de aard en de effectiviteit van zijn familiale banden, de duur van zijn verblijf op het nationale grondgebied en het bestaan van familiale, culturele en sociale banden met zijn land van herkomst in aanmerking worden genomen. (In dit geval heeft het Hof van Cassatie het aangevochten uitzettingsbevel vernietigd en teruggestuurd, omdat de rechter die het beroep behandelde geen rekening had gehouden met de onuitzetbaarheid van de vreemde burger, die voordien de afgifte van een verblijfsvergunning voor speciale bescherming had aangevraagd).
Dit arrest heeft belangrijke praktische gevolgen voor uitzettingsprocedures. In het bijzonder moet de rechter een gedetailleerde analyse uitvoeren van de persoonlijke situatie van de vreemde burger, rekening houdend met de volgende aspecten:
Het Hof heeft herhaald dat het ontbreken van een adequate beoordeling van deze factoren kan leiden tot vernietiging van het uitzettingsbevel. Deze aanpak weerspiegelt een poging om de behoeften aan openbare veiligheid te balanceren met de eerbiediging van fundamentele mensenrechten.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 20075 van 22 juli 2024 een stap voorwaarts in de bescherming van de rechten van vreemde burgers in Italië. Het benadrukt het belang van een gepersonaliseerde aanpak bij de behandeling van uitzettingen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van elk individu. Het Hof van Cassatie bevestigt met deze beslissing opnieuw de waarde van de rechten op privé- en gezinsleven, en plaatst de persoon centraal in de juridische discussie over immigratie.