Onlangs heeft het Hof van Cassatie beschikking nr. 15906 van 6 juni 2024 uitgevaardigd, die betrekking heeft op het recht op loodrecht uitzicht dat kan worden uitgeoefend door de eigenaren van individuele appartementen binnen een mede-eigendom. Deze uitspraak vormt een belangrijke verduidelijking met betrekking tot de rechten van mede-eigenaren en de beperkingen die worden opgelegd door aangrenzende constructies. Laten we de belangrijkste punten van deze uitspraak en de praktische implicaties ervan samen analyseren.
Het Hof heeft bepaald dat de eigenaar van een appartement het recht heeft om het loodrechte uitzicht uit te oefenen tot aan de voet van het gebouw, en zich aldus kan verzetten tegen elke constructie die dit recht zou kunnen schaden. Dit principe is gebaseerd op artikel 907 van het Burgerlijk Wetboek, dat reeds een afweging maakt tussen het recht op privacy van de buur en het recht op uitzicht, en het belang van licht en lucht voor de gezondheid en het welzijn van de bewoners benadrukt.
Loodrecht of verticaal uitzicht uit te oefenen vanuit de openingen van individuele appartementen in een mede-eigendom - Recht van de eigenaar - Bestaan - Gevolgen - Grondslag. 136112 EIGENDOM - "INSPECTIO ET PROSPECTIO IN ALIENU M" In het algemeen. 136113 EIGENDOM - "INSPECTIO ET PROSPECTIO IN ALIENUM" - ZIJDELINGS OF SCHUIN In het algemeen. De eigenaar van de individuele verdieping van een gebouw in mede-eigendom heeft het recht om vanuit zijn openingen het loodrechte uitzicht uit te oefenen tot aan de voet van het gebouw en zich bijgevolg te verzetten tegen de constructie van een andere mede-eigenaar die, direct of indirect, dit recht zou schaden, zonder dat de belangen van afweging met de eigendomsrechten en het recht op privacy van de buur van belang kunnen zijn, aangezien art. 907 B.W. reeds de afweging heeft gemaakt tussen het belang bij dezelfde privacy en de sociale waarde die wordt uitgedrukt door het recht op uitzicht, aangezien licht en lucht de hygiëne van gebouwen waarborgen en voldoen aan elementaire behoeften van degenen die erin wonen.
De beslissing van het Hof van Cassatie heeft verschillende praktische implicaties voor eigenaren van onroerend goed in een mede-eigendom:
Deze uitspraak vertegenwoordigt een belangrijke stap in de bescherming van de rechten van mede-eigenaren, en benadrukt het principe dat de leefbaarheid van woonruimtes ook moet worden gegarandeerd door het respecteren van het recht op uitzicht. Het Hof heeft rekening gehouden met het belang van licht en lucht, essentiële elementen voor de gezondheid en het welzijn van de bewoners van een mede-eigendom.
Concluderend biedt de beschikking nr. 15906 van 2024 een duidelijke richting met betrekking tot de rechten op uitzicht in een mede-eigendom. Eigenaren kunnen zich meer beschermd voelen in hun rechten, en zich kunnen verzetten tegen constructies die de toegang tot licht en lucht zouden beperken. Het is essentieel dat mede-eigenaren zich bewust zijn van deze rechten en van de acties die zij kunnen ondernemen om deze te beschermen, teneinde een betere levenskwaliteit in hun woonruimtes te garanderen.