Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Commentaar op arrest nr. 16445 van 2024 inzake de totstandkoming van kredietopeningsovereenkomsten | Advocatenkantoor Bianucci

Commentaar op Verordening nr. 16445 van 2024 inzake de totstandkoming van kredietopeningsovereenkomsten

De recente uitspraak van het Hof van Cassatie, nr. 16445 van 13 juni 2024, biedt belangrijke inzichten voor juristen, met name met betrekking tot kredietopeningsovereenkomsten. Deze uitspraak past in een wettelijk kader dat aanzienlijke veranderingen heeft ondergaan, met name met de inwerkingtreding van wet nr. 154 van 1992, die de schriftelijke vorm voor bankovereenkomsten verplicht stelde.

De Wettelijke Context vóór Wet nr. 154 van 1992

In het regime vóór wet nr. 154 van 1992 konden kredietopeningsovereenkomsten ook worden gesloten via facta concludentia, dat wil zeggen door middel van concrete gedragingen die het bestaan van de overeenkomst aantoonden. Deze manier van totstandkoming is van groot belang, omdat het de rigiditeit van latere wettelijke ontwikkelingen kan overwinnen.

Zoals benadrukt in de rechtsoverweging van de uitspraak:

(BEGRIP, KENMERKEN, ONDERSCHEIDINGEN) - IN HET ALGEMEEN Kredietopeningsovereenkomst - Regime vóór wet nr. 154 van 1992 - Totstandkoming door facta concludentia - Toelaatbaarheid - Bewijslast - Inhoud. In het regime dat gold vóór de inwerkingtreding van wet nr. 154 van 1992, die de schriftelijke vorm verplicht stelde voor overeenkomsten betreffende banktransacties en -diensten, was de totstandkoming van een kredietopeningsovereenkomst door middel van facta concludentia toegestaan, met als gevolg dat het bewijs van de verlening van het krediet voor deze overeenkomsten met alle middelen kan worden geleverd, inclusief het gebruik van vermoedens, aangezien het verbod van artikel 2725 van het Burgerlijk Wetboek, waarnaar artikel 2729, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek verwijst, niet van toepassing is op kredietopeningsovereenkomsten die zijn gesloten in een periode waarin deze niet schriftelijk moesten worden aangegaan op straffe van nietigheid.

De Implicaties van de Uitspraak

Het Hof van Cassatie heeft herhaald dat, voor kredietopeningsovereenkomsten die zijn gesloten vóór de invoering van de schriftelijke vormvereiste, het bewijs van het krediet met alle middelen kan worden geleverd, inclusief de toelaatbaarheid van vermoedens. Dit aspect is cruciaal voor de betrokken partijen, omdat het de bewijsmiddelen uitbreidt en het mogelijk maakt rechten te doen gelden, zelfs bij afwezigheid van schriftelijke documentatie.

  • Totstandkoming van overeenkomsten door facta concludentia, zelfs bij afwezigheid van een schriftelijk document.
  • Mogelijkheid om vermoedens te gebruiken om het krediet te bewijzen.
  • Relevantie van de regelgeving van vóór 1992 in de huidige context van banktransacties.

Conclusies

Concluderend vertegenwoordigt Verordening nr. 16445 van 2024 van het Hof van Cassatie een belangrijke herinnering aan de flexibiliteit van de methoden voor het sluiten van kredietopeningsovereenkomsten in de periode vóór de schriftelijke vormvereiste. Deze uitspraak verduidelijkt niet alleen de rechten van de partijen, maar biedt ook een belangrijke kans voor een beter begrip van de contractuele dynamiek in de banksector, en benadrukt hoe bewijsmiddelen de uitkomst van juridische geschillen kunnen beïnvloeden. Daarom is het van fundamenteel belang voor bedrijven en professionals in de sector om zich bewust te zijn van dergelijke jurisprudentiële en wettelijke ontwikkelingen.

Advocatenkantoor Bianucci