Arrest n. 27622 van 2023 van het Hof van Cassatie biedt een belangrijke interpretatie van de dynamiek van het buitengewoon hoger beroep wegens feitelijke vergissing. In het bijzonder heeft de rechter zich uitgesproken over de feitelijke vergissing met betrekking tot het verzuim van de beoordeling van een beroepsgrond, waarbij de voorwaarden zijn verduidelijkt waaronder een dergelijk verzuim niet als relevant wordt beschouwd.
Het buitengewoon hoger beroep wegens feitelijke vergissing is geregeld in artikel 625-bis van het Wetboek van Strafvordering. Deze bepaling stelt dat de feitelijke vergissing relevant moet zijn om de gegrondheid van het beroep te rechtvaardigen. Het Hof heeft verduidelijkt dat het verzuim van de beoordeling van een toegevoegde beroepsgrond op zichzelf geen feitelijke vergissing vormt, mits de niet-beoordeelde grieven toch in de motivering van het arrest zijn meegenomen en verworpen.
Buitengewoon hoger beroep wegens feitelijke vergissing - Verzuim van beoordeling van een beroepsgrond - Feitelijke vergissing - Uitsluiting - Voorwaarden. Het verzuim van de beoordeling van een aan het cassatieberoep toegevoegde beroepsgrond vormt geen relevante feitelijke vergissing in de zin van art. 625-bis van het Wetboek van Strafvordering, mits de als verzuimd beschouwde grieven zijn beoordeeld en verworpen door de algehele rechtvaardigende redenering in de motivering van het arrest. (Geval met betrekking tot klachten voorgesteld in de "toegevoegde beroepsgronden" bij het beroep, ten onrechte in het arrest aangeduid als opgenomen in een "memorie").
Dit arrest herhaalt een reeds bekend principe in de jurisprudentie, maar dat de moeite waard is om te benadrukken: niet alle verzuimen worden automatisch gesanctioneerd als feitelijke vergissingen. Het Hof heeft bevestigd dat het van fundamenteel belang is dat de niet-beoordeelde grieven toch in de context van de motivering zijn meegenomen. Dit betekent dat, zelfs als een beroepsgrond niet specifiek is geanalyseerd, als het arrest een uitputtende motivering biedt die deze verwerpt, er geen beroep kan worden ingesteld op een feitelijke vergissing.
Concluderend werpt arrest n. 27622 van 2023 van het Hof van Cassatie licht op een cruciaal aspect van het strafproces: het belang van de motivering bij de beoordeling van beroepen. Het is van essentieel belang dat advocaten en juridische professionals zich bewust zijn van deze dynamiek om effectief beroepsprocedures te kunnen voeren en de rechten van hun cliënten optimaal te beschermen.