Arrest nr. 24260 van 28 april 2023, gedeponeerd op 6 juni 2023, biedt belangrijke inzichten in de verdedigingsrechten en administratieve procedures met betrekking tot sportevenementen. In het bijzonder heeft het Hof de kwestie van de bekrachtiging van het besluit van de Questore behandeld, waarbij het belang van procesrechtelijke termijnen en hun invloed op het verdedigingsrecht van de betrokkenen is benadrukt.
Het besluit van de Questore, in dit geval, valt binnen de context van preventieve maatregelen met betrekking tot sportevenementen, zoals vastgelegd in de wet van 13 december 1989, nr. 401. Het Hof heeft de eerdere beslissing van de Rechter voor Preliminair Onderzoek vernietigd met verwijzing, en benadrukt dat het niet vermelden van het tijdstip van deponering van de beschikking niet noodzakelijkerwijs leidt tot de nietigheid van de maatregel, mits kan worden geverifieerd dat de uitsteltermijnen zijn nageleefd.
Verstoringen bij sportevenementen - Besluit van de Questore - Bekrachtiging - Niet-vermelding van het tijdstip van deponering - Uitsteltermijn van 48 uur, voorgeschreven op straffe van nietigheid - Mogelijkheid tot verificatie "ex actis" van de naleving - Bestaan. Wat betreft de bekrachtiging van het besluit van de Questore ex art. 6, leden 1 en 2, wet van 13 december 1989, nr. 401, leidt het nalaten van de vermelding van het tijdstip van deponering van de beschikking niet tot de nietigheid van de maatregel, indien uit de stukken kan worden afgeleid dat de rechter voor preliminair onderzoek de uitsteltermijn van 48 uur vanaf de kennisgeving van het administratieve besluit aan de betrokkene heeft nageleefd, voorgeschreven op straffe van nietigheid, ter bescherming van de effectieve uitoefening van het verdedigingsrecht.
Deze leidende overweging benadrukt hoe de naleving van procedures cruciaal is, niet alleen voor de geldigheid van de genomen maatregelen, maar ook voor het waarborgen van het verdedigingsrecht van de betrokkenen. In het bijzonder vertegenwoordigt de termijn van 48 uur een fundamentele waarborg voor de effectieve uitoefening van rechten, waardoor wordt voorkomen dat beslissingen op gehaaste of willekeurige wijze worden genomen.
Arrest nr. 24260 van 2023 vormt een belangrijk referentiepunt voor alle juridische professionals, met name voor degenen die zich bezighouden met strafrecht en bestuursrecht. Het herhaalt het belang van procesrechtelijke termijnen en hun correcte toepassing, en benadrukt hoe schending daarvan het verdedigingsrecht kan aantasten. In een tijd waarin de bescherming van fundamentele rechten centraal staat in het juridische debat, dient deze beslissing als een bastion ter bescherming van individuele waarborgen, en nodigt uit tot een bredere reflectie over hoe procedures altijd de beginselen van rechtvaardigheid en legaliteit moeten respecteren.