Arrest nr. 50314 van 27 september 2023, uitgesproken door het Hof van Cassatie, vormt een belangrijk referentiepunt in de Italiaanse jurisprudentie inzake fiscale misdrijven. Het onderwerp van de uitspraak is het misdrijf van frauduleus gebruik van facturen voor niet-bestaande transacties, met bijzondere aandacht voor de subjectieve onbestaanbaarheid van de transactie. Dit concept wordt helaas vaak over het hoofd gezien, maar heeft een aanzienlijke impact op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de belastingplichtige.
In het specifieke geval werd de beklaagde, G. L., beschuldigd van het maken van gedocumenteerde kosten die, volgens de aanklacht, niet verband hielden met de bedrijfsactiviteit. Het Hof oordeelde dat de subjectieve onbestaanbaarheid zich voordeed wanneer de kosten, bewust gemaakt, gericht waren op andere doeleinden dan die welke eigen zijn aan de bedrijfsuitoefening. Dit aspect is cruciaal, aangezien het impliceert dat het niet volstaat om de onbestaanbaarheid van de transacties aan te tonen om het misdrijf te plegen, maar dat ook de intenties van de beklaagde en het daadwerkelijke gebruik van de facturen moeten worden beoordeeld.
Misdrijf van art. 2 wetsdecreet nr. 74 van 2000 – Subjectieve onbestaanbaarheid van de transactie – Directe belastingen – Gedocumenteerde kosten gemaakt door de verkrijger voor andere en andere doeleinden dan die van de bedrijfsuitoefening – Bestaan – Redenen. Het misdrijf van frauduleus gebruik in de aangifte van facturen voor niet-bestaande transacties wordt, met betrekking tot de directe belastingen, ook geïntegreerd door de subjectieve onbestaanbaarheid, wanneer de gedocumenteerde kosten, bewust gemaakt door de verkrijger, een uiting zijn van afleiding naar andere en andere doeleinden dan die welke eigen zijn aan de bedrijfsuitoefening, aangezien deze de beëindiging van het onmisbare vereiste van de verbandhoudendheid tussen kosten en bedrijfsuitoefening met zich meebrengen.
Deze hoofdregel benadrukt hoe de subjectieve onbestaanbaarheid kan leiden tot een bredere interpretatie van het betreffende misdrijf. Het gaat er niet alleen om na te gaan of de economische transacties daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, maar ook om te begrijpen of de gemaakte kosten zijn gebruikt in overeenstemming met de bedrijfsuitoefening. Het Hof stelt derhalve een direct verband vast tussen de subjectieve onbestaanbaarheid en de strafrechtelijke aansprakelijkheid, waarbij het belang van de verbandhoudendheid tussen kosten en bedrijfsuitoefening wordt benadrukt.
De implicaties van dit arrest zijn veelvoudig en betreffen niet alleen ondernemers, maar ook professionals in de fiscale en belastingsector. Het is van essentieel belang voor degenen die op dit gebied werkzaam zijn, om aandacht te besteden aan de documentatie en de rechtvaardiging van de gemaakte kosten. Anders riskeert men zelfs ernstige strafrechtelijke sancties.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 50314 van 2023 een belangrijke oproep tot verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid in de fiscale sector, en benadrukt het hoe de subjectieve onbestaanbaarheid de grenzen van het misdrijf van frauduleus gebruik van facturen kan verruimen. Bewustzijn en transparantie in economische transacties zijn daarom van fundamenteel belang om juridische problemen te voorkomen.