Het recente arrest nr. 49651 van 19 oktober 2023 van het Hof van Cassatie heeft zich uitgesproken over een delicaat en relevant onderwerp in het Italiaanse strafrecht: de vervolging op aangifte in geval van poging tot afpersing tussen verwanten. Deze zaak verduidelijkt niet alleen de toepassing van artikel 649 van het Wetboek van Strafrecht, maar biedt ook belangrijke reflecties op de familiedynamiek en het geweld dat zich in privécontexten kan manifesteren.
Het Hof heeft de beslissing van de Rechtbank van Catanzaro zonder verwijzing vernietigd, met de bepaling dat de op aangifte gebaseerde vervolging, zoals voorzien in artikel 649 van het Wetboek van Strafrecht, ook van toepassing is in het geval waarin de dreigende gedragingen worden uitgevoerd door middel van geweld tegen zaken. In deze specifieke zaak had de beklaagde de auto van zijn niet-samenwonende zus beschadigd, een daad die, hoewel gericht op intimidatie, niet formeel door het slachtoffer was aangegeven.
STRAFBAARHEID - Poging tot afpersing ten nadele van verwanten - Vervolging op aangifte ex art. 649 Wetboek van Strafrecht in geval van dreiging uitgevoerd door middel van beschadiging van zaken - Bestaan - Feiten. Wat betreft poging tot afpersing ten nadele van verwanten, vindt de op aangifte gebaseerde vervolging, voorzien in artikel 649 van het Wetboek van Strafrecht, ook toepassing in het geval waarin de dreigende gedragingen worden uitgevoerd door middel van geweld tegen zaken. (Feiten waarbij de beklaagde de auto van zijn niet-samenwonende zus had beschadigd).
Dit arrest heeft aanzienlijke implicaties voor het strafrecht. In de eerste plaats herbevestigt het het beginsel dat geweld, zelfs gericht op materiële goederen, een bedreiging kan vormen binnen de familiekring. Bovendien geeft de erkenning van de vervolging op aangifte in dergelijke omstandigheden aan dat de wetgever de familierelaties wil beschermen, door ervoor te zorgen dat slachtoffers van dergelijk gedrag hun recht op aangifte kunnen uitoefenen.
Arrest nr. 49651 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijke stap in de Italiaanse jurisprudentie met betrekking tot poging tot afpersing tussen verwanten. Het verduidelijkt niet alleen de toepassing van de wet in situaties van huiselijk geweld, maar nodigt ook uit tot reflectie over het belang van een juridisch systeem dat de meest kwetsbare leden van gezinnen beschermt. Het is daarom cruciaal dat slachtoffers van dergelijke daden zich gemotiveerd voelen om aangifte te doen, zodat de wet zijn rol van bescherming en rechtvaardigheid kan vervullen.