Het recente arrest nr. 17106 van 14 maart 2024 van het Hof van Cassatie heeft opnieuw de cruciale rol van de bouwbegeleider (directeur des travaux) bij het waarborgen van de veiligheid op bouwplaatsen benadrukt. Dit specifieke geval biedt belangrijke inzichten in de strafrechtelijke aansprakelijkheid bij nalatige instorting, en onderstreept hoe zelfs de afwezigheid van de bouwbegeleider van de bouwplaats hem niet ontslaat van zijn toezichtplichten.
De zaak betrof een ongeval tijdens de sloop van een gebouw, waarbij het Hof de bouwbegeleider, P. G., schuldig achtte omdat hij had toegestaan dat de werkzaamheden werden uitgevoerd zonder een adequaat plan en in strijd met de regels van de goede techniek. Het Hof benadrukte dat de bouwbegeleider niet alleen aanwezig moet zijn, maar ook een constante en zorgvuldige toezichtactiviteit moet uitoefenen en alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen moet nemen.
Bouwbegeleider - Arbeidsongeval - Nalatige instorting van een constructie - Aansprakelijkheid - Voorwaarden - Feiten. De bouwbegeleider is nalatig aansprakelijk voor de instorting van constructies, zelfs in geval van afwezigheid van de bouwplaats, aangezien hij een zorgvuldige toezichtactiviteit moet uitoefenen op de correcte uitvoering van de bouwwerkzaamheden en, indien nodig, de vereiste technische voorzorgsmaatregelen moet nemen, of onmiddellijk zijn waarborgfunctie moet scheiden van die van de uitvoerder van de werkzaamheden, door de ontvangen opdracht te weigeren. (Feiten met betrekking tot nalatige rampen, waarbij het Hof de beslissing die de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bouwbegeleider bevestigde, omdat hij had toegestaan dat de sloop van een gebouw werd uitgevoerd zonder plan en met methoden die afweken van de "leges artis" en de regels van de goede techniek in de "subiecta materia", onbetwistbaar achtte.)
Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor zowel professionals in de sector als voor bouwbedrijven. Met name bouwbegeleiders moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en van het feit dat zij actief moeten ingrijpen om de veiligheid op de bouwplaats te waarborgen. Enkele belangrijke punten die uit het arrest naar voren komen, zijn:
Concluderend vormt arrest nr. 17106 van 2024 een duidelijke waarschuwing voor alle professionals die betrokken zijn bij het beheer van bouwplaatsen. De verantwoordelijkheid van de bouwbegeleider is onvermijdelijk en vereist een constante inzet bij toezicht en planning van activiteiten. Veiligheid op het werk moet een prioriteit zijn, en elke professional moet bereid zijn om tijdige en passende beslissingen te nemen om ongevallen en juridische gevolgen te voorkomen.