In de recente uitspraak nr. 14631 van 2024, gewezen door het Hof van Cassatie, wordt een zeer relevant onderwerp op het gebied van bouwrecht behandeld: de mogelijkheid om een gedeeltelijke herziening te vragen van een veroordeling met betrekking tot delen van een illegaal gebouwd onroerend goed. Het Hof heeft, met een strikte interpretatie van de geldende wetgeving, herbevestigd dat een gedeeltelijke herziening van een veroordeling niet is toegestaan, waarmee een fundamenteel beginsel voor gevallen van bouwmisdrijven is vastgesteld.
De centrale kwestie van de uitspraak betreft het verzoek om gedeeltelijke herziening van de veroordeling door F. P., beschuldigd van het uitvoeren van bouwwerkzaamheden zonder vergunning. Het Hof heeft de mogelijkheid van een herziening beperkt tot delen van het onroerend goed uitgesloten, met als argument dat het bouwmisdrijf uniek en ondeelbaar is. Dit standpunt is ondersteund in het licht van jurisprudentie en de geldende wetgeving, die een alomvattend beeld vereisen van het onroerend goed dat het voorwerp van de veroordeling is.
Bouwmisdrijven - Gedeeltelijke herziening van de veroordeling met betrekking tot delen van een illegaal gebouwd onroerend goed - Ontvankelijkheid - Uitsluiting - Redenen - Feiten. Wat betreft bouwmisdrijven, is een gedeeltelijke herziening van de veroordeling niet toegestaan, bedoeld als betrekking hebbend op slechts enkele delen van het illegaal gebouwde onroerend goed, aangezien het begane misdrijf uniek is. (Feiten waarbij het Hof, tegenover de gestelde mogelijkheid van legalisatie van een louter deel van het gebouw, naar verluidt voltooid vóór 31 maart 2003, de toepasbaarheid van dit buitengewone rechtsmiddel heeft uitgesloten op grond van de illegale realisatie van verdere werken in een latere periode en de noodzakelijke toerekening van de regularisatie aan het onroerend goed in zijn geheel).
De beslissing van het Hof van Cassatie heeft verschillende belangrijke juridische implicaties:
Concluderend vertegenwoordigt de uitspraak nr. 14631 van 2024 een belangrijk referentiepunt voor de regulering van bouwmisdrijven en voor de behandeling van herzieningsverzoeken. Het Hof van Cassatie heeft verduidelijkt dat schendingen op bouwgebied niet kunnen worden gefractioneerd en dat elk herzieningsverzoek rekening moet houden met de gehele normatieve en jurisprudentiële context. Dit standpunt is essentieel om een correcte toepassing van de wetten te waarborgen en om de integriteit van het bouwpatrimonium en het grondgebied te beschermen.