Het recente arrest nr. 17489 van 29 maart 2024 van het Hof van Cassatie biedt belangrijke inzichten met betrekking tot het beheer van gedetineerden die onder een gedifferentieerd regime vallen, met name wat betreft de autorisatie voor de aankoop van voedsel in de overlevingsvoorziening. Dit besluit, dat de beslissing van de Toezichtsrechtbank van Sassari zonder verwijzing vernietigt, benadrukt de delicate interacties tussen individuele rechten en veiligheidsbehoeften binnen penitentiaire inrichtingen.
De wet van 26 juli 1975, nr. 354, regelt in artikel 41-bis de detentie van personen die als gevaarlijk worden beschouwd, en stelt beperkende maatregelen vast om de interne veiligheid te waarborgen. In deze context heeft het Hof herhaald dat de weigering van de penitentiaire administratie om voedsel aan te kopen, zoals in het geval van bloem en gist, legitiem is indien deze gebaseerd is op objectieve behoeften van orde en veiligheid. Deze aanpak is in overeenstemming met de noodzaak om risicosituaties binnen de gevangenis te voorkomen.
Gedetineerden onderworpen aan een gedifferentieerd regime ex art. 41-bis van het Wetboek van Strafvordering - Autorisatie voor de aankoop van voedsel in de overlevingsvoorziening - Weigering - Legitimiteit - Voorwaarden - Feiten. Wat betreft het gedifferentieerde regime krachtens art. 41-bis van de wet van 26 juli 1975, nr. 354, is het besluit waarbij de penitentiaire administratie de aankoop en het bezit van voedsel in de overlevingsvoorziening niet autoriseert, legitiem op basis van objectieve behoeften van interne orde en veiligheid, indien de daaruit voortvloeiende beperkingen de rechten van de gedetineerde op gezondheid en voeding niet aantasten. (Feiten met betrekking tot de weigering om bloem en gist in de overlevingsvoorziening aan te kopen, genomen vanwege hun gemakkelijke ontvlambaarheid en hun niet-essentiële karakter, aangezien de gedetineerde gebruik kan maken van de door de administratie verstrekte voeding, in overeenstemming met de ministeriële voedingswaardetabellen).
Het arrest benadrukt dat, hoewel de beperkingen die om veiligheidsredenen worden opgelegd legitiem zijn, deze de fundamentele rechten van gedetineerden, met name die met betrekking tot gezondheid en voeding, niet mogen aantasten. De administratie moet ervoor zorgen dat de verstrekte voeding voldoet aan de ministeriële voedingswaardetabellen, zodat gedetineerden een adequate gezondheidstoestand kunnen behouden.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 17489 van 2024 een belangrijk referentiepunt voor het beheer van gedetineerden in een gedifferentieerd regime, en benadrukt het de noodzaak om veiligheidsbehoeften af te wegen tegen de fundamentele rechten van gedetineerden. Dit evenwicht is essentieel voor een strafrecht dat de menselijke waardigheid respecteert, zelfs binnen penitentiaire inrichtingen.