De recente Verordening nr. 11336 van 29 april 2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, werpt licht op een cruciaal onderwerp voor werkloze werknemers: de mogelijkheid om de periode van ontvangst van de werkloosheidsuitkering te gebruiken als fictieve premiebijdragen voor pensioendoeleinden. Dit arrest, met rechters F. G. en L. S. als rapporteurs, stelt duidelijk de voorwaarden vast waaronder deze periode kan worden beschouwd als nuttig voor het ontstaan van het recht op pensioen.
Volgens artikel 10 van het d.P.R. 26 april 1957, nr. 818, is het noodzakelijk om ten minste één jaar verplichte premiebijdragen aan het INPS te hebben betaald in de vijf jaar voorafgaand aan het werkloosheidsgeval om te kunnen profiteren van fictieve premiebijdragen tijdens de werkloosheidsperiode. De betreffende Verordening verduidelijkt dat, bij gebreke van deze vereiste, de periode van ontvangst van de werkloosheidsuitkering niet kan worden gebruikt voor de bepaling van de hoogte van het pensioen.
Werkloosheidsuitkering - Bruikbaarheid van de ontvangstperiode als fictieve premiebijdragen - Voorwaarden - Eerdere betaling van een jaar verplichte premiebijdragen aan het INPS - Ontbreken - Uitsluiting. De periode van ontvangst van de werkloosheidsuitkering kan niet worden gebruikt als periode van fictieve premiebijdragen, nuttig voor zowel het ontstaan van het recht als de bepaling van de hoogte van het pensioen, bij gebreke van een jaar verplichte premiebijdragen betaald aan het INPS in het vijfjarige tijdvak voorafgaand aan het optreden van het werkloosheidsgeval, zoals uitdrukkelijk bepaald in art. 10 van het d.P.R. 26 april 1957, nr. 818.
Deze beslissing heeft belangrijke implicaties voor werknemers die zich in een situatie van werkloosheid bevinden. In het bijzonder benadrukt het arrest de noodzaak van adequate pensioenplanning. Het is niet voldoende om de werkloosheidsuitkering te ontvangen; het is essentieel dat werknemers zich bewust zijn van hun premiebijdragenstatus en de vereisten die nodig zijn om een waardig pensioen te verkrijgen. Het is daarom van cruciaal belang dat werknemers:
Concluderend vertegenwoordigt Verordening nr. 11336 van 2024 een belangrijke verduidelijking in de regelgeving betreffende de werkloosheidsuitkering en fictieve premiebijdragen. Het is van fundamenteel belang dat werknemers de vereiste voorwaarden volledig begrijpen om de periodes van werkloosheid optimaal te benutten voor pensioendoeleinden. Bewustzijn van deze vereisten kan het verschil maken tussen een adequaat pensioen en een situatie van economische moeilijkheden na het beëindigen van de werkzaamheden. Daarom wordt geadviseerd om experts in het veld te raadplegen voor assistentie en ondersteuning bij het beheer van hun pensioenpositie.