Het arrest van het Hof van Cassatie nr. 11058 van 24 april 2024 behandelt een onderwerp van groot belang voor personen die getroffen zijn door natuurrampen, namelijk de bijdragevoordelen die gelden voor de resterende schuld als gevolg van de schorsing van betalingen. Laten we de belangrijkste punten van deze beslissing analyseren, die het belang bevestigt van het begrijpen van de voorwaarden en de toegang tot dergelijke voordelen.
Artikel 1, lid 1011, van Wet nr. 296 van 2006 heeft een nieuwe regeling voor de afwikkeling van resterende bijdrageschulden ingevoerd, waarbij precieze regels zijn vastgesteld voor de schorsing en de afbetaling in termijnen van de betalingen. In het bijzonder heeft het Hof verduidelijkt dat de schorsing van betalingen, geregeld door de beschikking van de voorzitter van de ministerraad van 10 juni 2005 nr. 3442, niet is verlengd na 30 juni 2007. Daarom kunnen personen die hun betalingen vanaf juni 2004 niet hebben voldaan, hier geen gebruik van maken, tenzij zij reeds met de betalingen in termijnen zijn begonnen.
Het Hof heeft het verzet tegen een betalingsaanzegging afgewezen, ingediend door een persoon die, omdat hij geen enkele betaling had verricht sinds juni 2004, beweerde te kunnen profiteren van de gereguleerde afwikkeling door een betaling in één keer te doen vóór de termijn van 30 juni 2007. Dit punt is cruciaal, omdat het verduidelijkt dat de toegang tot dergelijke voordelen gebonden is aan de naleving van specifieke tijdelijke vereisten.
(VOORDELEN, VRIJSTELLINGEN, FACILITEITEN) In het algemeen. Wat betreft de bijdragevoordelen die na natuurrampen worden verleend, heeft art. 1, lid 1011, van Wet nr. 296 van 2006, ratione temporis van kracht, een nieuwe regeling voor de afwikkeling van resterende bijdrageschulden ingevoerd als gevolg van de schorsing van betalingen, en hun latere afbetaling in termijnen vanaf juni 2004, geregeld door de beschikking van de voorzitter van de ministerraad van 10 juni 2005 nr. 3442 en de latere wijzigingen daarvan, maar heeft deze schorsing niet verder verlengd tot 30 juni 2007, een termijn die alleen gold voor degenen die reeds waren begonnen met het voldoen van de betalingen in termijnen vanaf juni 2004, zonder echter de betalingen te hebben voltooid. (In dit geval heeft het Hof de uitspraak tot afwijzing van het verzet tegen een betalingsaanzegging bevestigd, ingediend door een persoon die, na het nalaten van elke betaling sinds juni 2004, beweerde te kunnen profiteren van de gereguleerde afwikkeling door middel van een betaling in één keer vóór 30 juni 2007).
Het arrest nr. 11058 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke verduidelijking op het gebied van bijdragevoordelen na natuurrampen. Het benadrukt het belang van het naleven van de door de wet vastgestelde termijnen en vereisten, en onderstreept hoe de interpretatie van de bepalingen de mogelijkheid om voordelen te verkrijgen in een context van economische moeilijkheden direct kan beïnvloeden. Het is essentieel dat de betrokkenen adequaat worden geïnformeerd over de geldende wetgeving en de te volgen procedures om toegang te krijgen tot dergelijke voordelen.