De recente verordening nr. 11140 van 24 april 2024 heeft cruciale kwesties op het gebied van civiele aansprakelijkheid aan het licht gebracht, met name met betrekking tot het beheer van openbare goederen zoals wegen. Deze uitspraak biedt een duidelijke interpretatie van artikel 2051 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij de aansprakelijkheidsvermoeden van de wegbeheerder voor schade veroorzaakt door structurele omstandigheden en toebehoren, inclusief parkeerpalen, wordt benadrukt.
Volgens de vaststelling van het Hof is de wegbeheerder aansprakelijk in geval van ongevallen die verband houden met de configuratie van de weg zelf en zijn toebehoren. Met name parkeerpalen, die vaak de oorzaak van ongevallen zijn, vallen onder deze aansprakelijkheid. De wet voorziet echter in een mogelijkheid tot bevrijding van aansprakelijkheid voor de beheerder, die kan aantonen dat:
Bij gebreke van dergelijk bewijs wordt de beheerder als aansprakelijk beschouwd. Deze juridische benadering is gebaseerd op een logica van bescherming van weggebruikers, die moeten kunnen rekenen op de veiligheid van openbare infrastructuur.
In het algemeen. Wat betreft de aansprakelijkheid voor zaken onder beheer ex art. 2051 BW, wordt de wegbeheerder vermoed aansprakelijk te zijn voor ongevallen die te wijten zijn aan de staat van de structuur en de configuratie ervan en van zijn toebehoren, met inbegrip van de zogenaamde "parkeerpalen", behalve indien wordt aangetoond dat de installatie van dergelijke constructies is uitgevoerd door derden, in een aan hen toegewezen gebied en krachtens een specifieke geldige titel, en met uitsluiting van enige controlebevoegdheid van de beheerder-eigenaar, of, bij gebreke van de voornoemde omstandigheden, met zodanig snelle tijden, ten opzichte van het ontstaan van het ongeval, dat de tussenkomst van de beheerder niet mogelijk was.
Deze overweging benadrukt het belang van bevrijdend bewijs en legt de bewijslast bij de beheerder, die zijn onttrekking aan de feiten moet rechtvaardigen om aansprakelijkheid te vermijden. Het is essentieel dat de wegbeheerder de afwezigheid van controle kan aantonen en dat de installatie van de parkeerpalen niet door hem of onder zijn toezicht is uitgevoerd.
De uitspraak nr. 11140 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke reflectie op het thema van de civiele aansprakelijkheid van openbare besturen, met name in relatie tot de veiligheid van wegen. Het bevestigt de noodzaak van strikte controle en verantwoordelijkheid door publieke entiteiten, in een context waarin burgers veilig moeten kunnen reizen. De implicaties van deze uitspraak kunnen niet alleen toekomstige juridische beslissingen beïnvloeden, maar ook de manier waarop openbare besturen infrastructuur beheren en zich bezighouden met verkeersveiligheid.