Het recente arrest nr. 11243 van 26 april 2024 van het Hof van Cassatie heeft belangrijke verduidelijkingen gegeven met betrekking tot erfdienstbaarheden van doorgang, een onderwerp van groot belang in het burgerlijk recht. Dit arrest, dat een eerdere beslissing van het Hof van Beroep van L'Aquila vernietigde, richt zich op de kwestie van oorspronkelijke verkrijging en de overdraagbaarheid van de erfdienstbaarheid, cruciale elementen voor het begrip van de rechten van grondeigenaren.
De erfdienstbaarheid van doorgang is een zakelijk recht dat een eigenaar van een perceel (dienend erf) toestaat om over een ander perceel (heersend erf) te gaan. Volgens artikel 1146 van het Burgerlijk Wetboek kan de erfdienstbaarheid oorspronkelijk of afgeleid worden verkregen. Het besproken arrest behandelt voornamelijk de eerste vorm van verkrijging.
Erfdienstbaarheid van doorgang - Oorspronkelijke verkrijging door de rechtsvoorganger - Bestaan - Afgeleide verkrijging door de koper van het perceel - Overdraagbaarheid van de erfdienstbaarheid - Gevolgen - Noodzaak van vaststelling van de directe relatie tussen de koper en het perceel - Uitsluiting - Feiten. De vaststelling van de oorspronkelijke verkrijging van de erfdienstbaarheid van doorgang ten gunste van de rechtsvoorganger die zijn perceel afgeleid overdraagt, sluit, krachtens het beginsel van overdraagbaarheid van de erfdienstbaarheid, de noodzaak uit om het bestaan van een directe relatie tussen de rechtsopvolger en het verworven perceel vast te stellen. (In dit geval vernietigde het Hof van Cassatie het arrest dat van mening was dat de voorwaarden van art. 1146 lid 2 BW moesten worden getoetst bij de rechtsopvolger van een perceel waarop de rechtsvoorganger reeds het recht van erfdienstbaarheid van doorgang oorspronkelijk had verkregen).
Het Hof heeft het beginsel van overdraagbaarheid van de erfdienstbaarheid herbevestigd, dat stelt dat een erfdienstbaarheid het heersende erf volgt, zelfs bij overdracht aan derden. In die zin hoeft de koper van het perceel geen directe relatie met het perceel waarop de erfdienstbaarheid rust aan te tonen, aangezien het recht van doorgang reeds door de rechtsvoorganger is verkregen. Dit beginsel vereenvoudigt de situatie voor kopers en voorkomt complicaties met betrekking tot de verificatie van reeds bestaande rechten.
Samenvattend vertegenwoordigt arrest nr. 11243 van 2024 een belangrijke stap voorwaarts in de juridische duidelijkheid met betrekking tot erfdienstbaarheden van doorgang. Het bevestigt de geldigheid van het beginsel van overdraagbaarheid en vereenvoudigt de procedures voor kopers van percelen, waardoor een grotere zekerheid en bescherming van eigendomsrechten wordt gewaarborgd. Het is van fundamenteel belang voor juridische professionals en grondeigenaren om deze bepalingen te begrijpen om toekomstige juridische geschillen te voorkomen.