Het recente arrest van het Hof van Cassatie nr. 22292 van 7 augustus 2024 biedt belangrijke inzichten met betrekking tot bankonderzoeken op fiscaal gebied, in het bijzonder over de toepasselijkheid van de antiwitwasdrempel die is vastgelegd in de Italiaanse wetgeving. In dit artikel analyseren we de inhoud van het arrest en verduidelijken we de belangrijkste punten en juridische implicaties.
De kwestie die door het Hof werd behandeld, valt binnen de context van bankonderzoeken zoals voorzien in artikel 32 van het d.P.R. nr. 600 van 1973. Dit artikel machtigt de Belastingdienst om toegang te krijgen tot bankgegevens van belastingbetalers om de juistheid van de belastingaangiften te verifiëren. Het debat betreft echter de drempel van € 12.500, vastgesteld in artikel 7 van d.lgs. nr. 56 van 2004, die de circulatie van contant geld en toonderpapier beperkt.
Bankonderzoeken ex art. 32 van d.P.R. nr. 600 van 1973 - Antiwitwasdrempel van art. 7 van d.lgs. nr. 56 van 2004, ratione temporis van kracht - Toepasselijkheid - Uitsluiting - Grondslag. Wat betreft bankonderzoeken ex art. 32 van d.P.R. nr. 600 van 1973, is de drempel van € 12.500, voorzien in art. 7 van d.lgs. nr. 56 van 2004 in de tekst die ratione temporis van toepassing is, niet van toepassing, aangezien deze beperking op de circulatie van contant geld en toonderpapier, ingevoerd ter uitvoering van Richtlijn 2001/97/EG, behoort tot het andere vlak van de antiwitwasregeling en de detectie van inbreuken op art. 1 van wet nr. 197 van 1991 en latere wijzigingen.
In zijn beslissing heeft het Hof van Cassatie verduidelijkt dat de drempel van € 12.500 niet van toepassing is bij bankonderzoeken die worden uitgevoerd op grond van artikel 32 van het d.P.R. nr. 600 van 1973. Dit betekent dat de Belastingdienst bankonderzoeken kan uitvoeren zonder zich aan deze limiet te hoeven houden, die is ingevoerd met het oog op de preventie van witwassen. Het Hof benadrukte dat de antiwitwaswetgeving en de fiscale wetgeving verschillende behoeften dienen en daarom niet verward mogen worden.
Arrest nr. 22292 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke verduidelijking voor professionals in de juridische en fiscale sector. Het onderscheid tussen fiscale en antiwitwaswetgeving is essentieel voor een correcte toepassing van de wetten. Bedrijven en belastingbetalers moeten zich bewust zijn van hoe deze regelgevingen interageren bij fiscale onderzoeken, om boetes of juridische problemen te voorkomen. Een geïnformeerde en bewuste aanpak is essentieel om hun fiscale positie effectief te beheren.