Het arrest van het Hof van Cassatie, Afdeling I Strafrecht, nr. 16444 van 28 april 2025 (gedeponeerd op 30 april 2025), behandelt opnieuw een gevoelig onderwerp: de rechterlijke controle op de administratieve detentie van vreemdelingen krachtens wetsdecreet 145/2024, omgezet in wet 187/2024. De vrederechter van Caltanissetta had het bevel van de prefect bekrachtigd zonder een daadwerkelijke toetsing van de motivering. Het Hof van Cassatie, dat het beroep van de betrokkene honoreert, vernietigt het arrest met verwijzing, waarbij het het belang van een daadwerkelijke motivering benadrukt, bij gebreke waarvan het beroep ex art. 606, lid 1, sub b) en c) van het Wetboek van Strafvordering mogelijk is.
Het veiligheidspakket immigratie 2024 heeft een diepgaande invloed gehad op artikel 14 van de Geconsolideerde Tekst Immigratie, waardoor de voorwaarden voor detentie in de Centra voor Verblijf zijn uitgebreid. Artikel 13 van de Grondwet en artikel 5 van het EVRM vereisen echter dat elke beperking van de persoonlijke vrijheid wordt bevolen en gecontroleerd door een onafhankelijke rechterlijke autoriteit. De vrederechter, die binnen 48 uur het bevel van de prefect moet bekrachtigen, mag zich niet beperken tot een formele ratificatie: hij moet feitelijke en juridische elementen afwegen, ook in het licht van de richtlijnen van het EHRM (denk aan de uitspraken Saadi t. Verenigd Koninkrijk en Khlaifia t. Italië).
Inzake de administratieve detentie van vreemdelingen in het procesrechtelijke regime na wetsdecreet 11 oktober 2024, nr. 145, omgezet met wijzigingen door wet 9 december 2024, nr. 187, is het besluit van de vrederechter dat de detentiebekrachtiging uitvoert zonder de door de prefect aangevoerde redenen te valideren en te verifiëren, aangetast door een schijnmotivering, die in cassatie kan worden aangevochten krachtens art. 606, lid 1, sub b) en c) van het Wetboek van Strafvordering.Commentaar: Het Hof veroordeelt de nog steeds wijdverbreide praktijk om de aanhouding van vreemdelingen automatisch te bekrachtigen. Een «schijnmotivering» doet zich voor wanneer de rechter zich beperkt tot het reproduceren van het bevel van de prefect of het gebruik van standaardformuleringen («geacht wettig»), zonder een werkelijke toetsing. In dat geval is het besluit aanvechtbaar wegens schending van de wet en motiveringsgebrek, met de rechtsmiddelen van art. 606 van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak benadrukt drie aspecten:
Advocaten die vreemdelingen bijstaan, moeten:
De rechtspraak van het Hof van Cassatie consolideert aldus een reeds bestaande tendens die naar voren kwam met de arresten nrs. 9556/2025 en 2967/2025, gericht op het versterken van de materiële waarborgen van persoonlijke vrijheid.
Arrest nr. 16444/2025 herhaalt dat de detentie van vreemdelingen geen automatische maatregel mag worden. De vrederechter is verplicht om concreet en individueel gemotiveerd te beslissen, bij gebreke waarvan vernietiging in cassatie volgt. Een strenge waarschuwing dat de bescherming van de openbare veiligheid hand in hand moet gaan met de fundamentele rechten die zijn vastgelegd in de Grondwet en het EVRM.